Om de wereld te leren kennen, moet je leven in de wereld.
De ideeën die we in onze moderne maatschappij hebben over de manier waarop kinderen leren zijn voornamelijk gebaseerd op het moderne schoolsysteem dat we hanteren.
In tegenstelling tot hoe vertrouwd en gebruikelijk het voor sommigen van ons voelt, is het schoolsysteem dat wij kennen een verre van natuurlijke leer- en leefvorm.
Kneden en vormen
Aan het begin van de twintigste eeuw waren theoretici en pedagogen nog tamelijk open over het feit dat scholen en onderwijs werden ontworpen met als doel om kinderen te vormen en in te passen in de nieuwe industriële samenleving. Kinderen hadden het nodig om hun wilde natuur onder controle te krijgen en in bedwang te leren houden. Om beschaafde gewoontes te ontwikkelen van stiptheid, gehoorzaamheid, ordelijkheid en efficiëntie. In de geest van deze onderwijsarchitecten werden kinderen – met hun wilde natuur – gezien als intrinsiek beestachtig, ongevormd en verdorven. Een kind diende deze wilde natuur te ontstijgen door het creëren van een nieuwe natuur boven de eigen natuur en realiseerde deze nieuwe ideeën in instellingen, waar hij in deze nieuwe wereld z’n ware thuis en ware aard moest vinden. Het doel van onze scholen was dus het ‘verheffen’ van kinderen uit hun natuurlijke staat.
Het doel van onze scholen was dus het ‘verheffen’ van kinderen uit hun natuurlijke staat.
Inmiddels zijn we deze grondbeginselen van onze leerinstellingen, die nog altijd als zodanig gehanteerd worden, min of meer vergeten. We denken terug aan onze schooltijd alsof het een integraal onderdeel is van onze natuur. Een essentieel, natuurlijk onderdeel van de menselijke kindertijd, in plaats van het grote, pas zeer recentelijke experiment van sociale bouwkunde, dat het eigenlijk is.
De originele doeleinden van onze scholen (het vormen en kneden van producten (mensen) die passen in de moderne materialistische industriële samenleving en deze materiële wereld gebruiken ten behoeve van het eigen belang) zijn zo effectief ingebouwd in de structuur van het moderne onderwijs (met z’n onderliggende systemen van begrenzing, controle, standaardisatie, metingen en handhaving) dat ze vandaag de dag zelfs worden uitgevoerd zonder ons bewuste medeweten of instemming.
We hebben het idee dat we in een geavanceerde multiculturele samenleving leven en dat nog slechts enkelen van ons spreken van een zondigheid die toebehoort aan de natuur van het kind. Maar onze scholen belichamen nog steeds die vrees voor de wilde natuur van het kind en de angst dat een kind zonder constante controle, metingen en dreigingen van straf zal ontsporen, dat het niet zal willen leren, anti-sociaal zal worden, schadelijk zal zijn voor zichzelf en anderen en een hulpeloze incompetente volwassene zal worden.
Maar onze natuur, onze wilde menselijke natuur, is geëvolueerd. Meer dan honderdduizenden jaren! In uiterst gedetailleerde harmonie met de oneindig gedetailleerde orde en schoonheid van de kosmos.
Als we kijken naar mensen van andere volkeren en culturen, dan zien we terug hoe de mens van nature leert. Een manier die al honderdduizenden jaren zorgt voor de verfijnde evolutie van de mensheid.
Intrinsieke motivatie
In vele (inheemse) samenlevingen is leren niet gedwongen of gestuurd. Van kinderen wordt als vanzelfsprekend verwacht dat ze vrijwillig de praktijk observeren en absorberen en dat ze de kennis en vaardigheden leren beheersen van alles wat ze nodig hebben als volwassenen. En dat doen ze ook. De mens bezit van nature een intrinsieke motivatie om dat te willen leren beheersen wat nodig is om te (over)leven in de omgeving waarin hij woont en leeft.
In deze samenlevingen zijn kinderen al op zeer jonge leeftijd vrij om hun eigen keuzes te maken, om te spelen, verkennen, deel te nemen en op zinvolle wijze verantwoordelijkheid te nemen. Leren is geen speciale activiteit, maar een natuurlijk bijproduct van het leven in de wereld.
Een Aboriginal heeft in zijn geheugen een landkaart die zich uitstrekt over meer dan duizend kilometer.
Een vrij kind leert dat er rivierkreeftjes wonen onder platte stenen, dat er grote forellen zich verbergen in schaduwrijke waterpartijen, het ontdekt rotsachtige hellingen waar bessen groeien. Het zal patronen in golven herkennen, leren welke takken z’n gewicht kunnen dragen, welke takjes makkelijk vlam vatten, welke planten doornen hebben. Een kind op een school leert wat een bioom is en hoe logaritmen te gebruiken om biodiversiteit te berekenen. Alhoewel, de meesten zullen het waarschijnlijk niet eens echt leren bij gebrek aan interesse of zijn het een dag na de toets alweer vergeten…
Een kind dat ontdekte waar de wilde bessen groeien omdat hij dat zelf wilde weten, zal deze informatie nooit vergeten. Een ‘ongeschoold’ persoon in de hooglanden van Papoea-Nieuw-Guinea kan meer dan zeventig soorten vogels herkennen puur aan hun gezang. Een ‘analfabetische’ sjamaan in de Amazone kan honderden geneeskrachtige planten identificeren. Een Aboriginal uit Australië heeft in zijn geheugen een landkaart, gecodeerd in een lied, die zich uitstrekt over meer dan duizend kilometer.
Leren is geen speciale activiteit, maar een natuurlijk bijproduct van het leven in de wereld.
Onze geest is gemaakt om grote hoeveelheden informatie te bevatten over de wereld die ons het leven schonk, waarin we opgroeien, wonen en leven. En deze kennis gaat telkens over van generatie op generatie.
Open aandacht
Onderzoekers zien dat kinderen in deze samenlevingen, die op deze manier leren en leven, het grootste gedeelte van de tijd een compleet andere aandacht-toestand hebben dan kinderen op onze moderne scholen. Onderzoekster Suzanne Gaskins noemt het ‘open aandacht‘ (open attention).
Open aandacht is een staat van aandacht, bewustzijn en waarnemen om informatie uit de omgeving te ontvangen. Open aandacht wil zeggen bewustzijn van alles om hem of haar heen, in ontspannen en alerte staat. Drie karakteristieken van open aandacht zijn:
- De horizon is breed, het veld van aandacht is ruim en open, breedhoekig. Er is aandacht voor de volledige omgeving.
- Het duurt voort, deze staat van aandacht is voortdurend (abiding). Het is geen korte concentratieboog, maar een langere, gewoonlijke staat van aandacht, een staat van zijn.
- Opmerkzaamheid. Er wordt opgemerkt als er iets gebeurt of verandert. Als er iets interessants gebeurt, kan er uuuuren naar gekeken worden in volle concentratie, terwijl er ook nog steeds opmerkzaamheid en aandacht is voor de rest van de volledige omgeving.
Gaskins suggereert dan ook dat open aandacht veel lijkt op wat wordt verstaan onder het boeddhistische begrip mindfulness.
Kinderen in staat van open aandacht merken alles op én herinneren zich ook alles.
Een kind in deze staat van open aandacht absorbeert de cultuur om zich heen als in osmose. Onmerkbaar wordt opgepikt en uitgewisseld wat en hoe anderen/volwassenen bespreken, doen, denken, weten.
Deze mentale toestand is helder, open, alert, op het gemak. Kinderen in staat van open aandacht merken alles op én herinneren zich ook alles. Als iets hun aandacht trekt, kunnen ze zich focussen met laserprecisie, terwijl de omgeving ontspannen onderdeel blijft van het bewustzijn. Open aandacht zorgt voor een zeer efficiënte manier van leren door observatie, een manier waarbij de leerling zelf bepaalt wat hij of zij wil leren en dit op hele efficiënte wijze tot zich neemt tot in de diepste vezels van z’n wezen.
Bij mijn volk zal zo’n vorm van discipline een kind tegenhouden geestelijk te groeien. — Mini Aodla Freeman
Ongedwongen
De manier van observeren met open aandacht verschilt wezenlijk van de vorm van observatie die wij nu kennen in onze moderne Europees/Amerikaanse samenleving én van de vormen van concentratie die op onze scholen worden verwacht.
Een kind in een klaslokaal zal worden geacht z’n open aandacht juist uit te zetten. Het dient zich te focussen op één ding en alles daarbuiten uit te bannen uit het veld van aandacht. Het mag niet in de gaten houden wat er om zich heen gebeurt, maar moet z’n aandacht juist verkleinen naar één bepaald focuspunt. Een punt dat het niet zelf uitzocht, maar dat iemand anders aan hem opdringt.
Een kind in een klaslokaal zal worden geacht z’n open aandacht juist uit te zetten.
Inuït auteur Mini Aodla Freeman was het meest verrast door kinderen toen zij voor het eerst naar het zuiden reisde vanaf de Noordpool. “Ze mochten niet normaal zijn, zoals de kinderen in mijn cultuur zijn: vrij om te bewegen, om vragen te stellen, vrij om hardop te denken en vooral vrij om op te merken wat ze helpt te groeien. Bij mijn volk zal zo’n vorm van discipline een kind tegenhouden geestelijk te groeien, het zal het gevoel van interesse doden.” En: “Als je een kind zo dwarsboomt op jonge leeftijd, zal het later niet meewerken en opstandig worden”, zegt Freeman (komt dat je niet bekend voor?). Deze visie vindt men terug in culturen over de hele wereld, in delen van Midden- en Zuid-Amerika, delen van Afrika, India, Azië, Papoea-Nieuw-Guinea, etc.
Zou ons leren niet altijd gebaseerd dienen te zijn op het ethische principe van niet-interfereren en het recht van alle mensen om hun eigen keuzes te maken, die op hun beurt natuurlijk ook niet interfereren met een ander, zoals bij leren door observatie met open aandacht het geval is?
En zou leren niet altijd gebaseerd moeten zijn op het ethische principe van toestemming en het recht van alle mensen om vrij van geweld en de dreiging van geweld te zijn?
De geest zelf is wild en eigenzinnig en moet zelf z’n aandacht willen richten op de wereld, uit eigen beweging.
En als kinderen leren dat dominantie, autoriteit, opdringen zonder toestemming en dreigen met geweld en straf normaal zijn binnen de context van onderwijs, zou dit dan niet een genormaliseerd onderdeel van de belevingswereld worden van degenen die (later) ook de macht hebben en hanteren?!
Een staat van open aandacht kan niet worden afgedwongen. Het kan alleen uit iemands eigen beweegredenen worden bereikt. De geest zelf is wild en eigenzinnig en moet zelf z’n aandacht willen richten op de wereld, uit eigen beweging.
Steen
We weten zelf niet altijd meer hoe onze kinderen natuurlijk leren omdat we zelf ook in een stenen wereld zijn opgegroeid. We zijn niet meer geschikt om zomaar te worden vrijgelaten in de wilde natuur, zoals een jong dier dat te lang in een kooi heeft gezeten niet meer in staat is om te overleven in het wild. De wereld is een vreemde plek geworden, ons niet meer bekend. En dit is wat we nu zelf weer doen met onze kinderen…of kan het ook anders?
De revolutie zal niet plaatsvinden in een klaslokaal…
De wilde natuur ingaan is een voorwaarde om de wereld te behouden. Ga naar buiten!
– met vrij vertaalde passages uit On the Wildness of Children van Carol Black –