Leren door observatie (en imitatie) in het dagelijks leven. Een universele leerstrategie, in onze kindertijd, maar ook daarbuiten. We zien deze vorm van leren terug in alle culturen van over de hele wereld, in alle tijden.
Leren door observatie is gewoonlijk een bezigheid die zich ontplooit in een vertrouwde omgeving waarin een persoon een activiteit uitvoert waar een andere persoon, die minder weet, dan naar kijkt.
Leren door observatie wordt in sommige samenlevingen gezien als één van de meest natuurlijke, krachtige en efficiënte manieren van leren.
Je kunt opzettelijk toekijken met als doel om de activiteit ook te leren beheersen, maar je kunt ook kijken voor de lol of om de ander gezelschap te houden. Leren door observatie wordt zo een incidenteel bijproduct van het sociale leven.
Betrokken
Leren door observatie komt gewoonlijk voor in culturen waarin kinderen nauw betrokken zijn bij de dagelijkse gang van zaken in het normale volwassen leven. In samenlevingen waar kinderen deelnemen aan het volwassen leven wordt leren door observatie gezien als één van de meest natuurlijke, krachtige en efficiënte manieren van leren.
In onze cultuur wordt leren door observatie vaak gezien als onbedoeld bijproduct.
In onze geïndustrialiseerde samenleving zien we dat kinderen over het algemeen worden geweerd uit het volwassen leven en dat leren door observatie zo in veel mindere mate aanwezig lijkt te zijn. In onze cultuur wordt leren door observatie vaak gezien als per ongeluk of onbedoeld bijproduct en sterk onderschat in theorieën over de meest efficiënte manieren van leren.
Maar zelfs in onze cultuur, waarin veel kinderen naar instellingen als scholen gaan om te leren, komt een zeer aanzienlijk deel van wat de kinderen werkelijk leren voort uit het observeren van anderen in alledaagse activiteiten, ook al kennen we er hier nu weinig waarde aan toe.
Met al je zintuigen
Leren door observatie is eigenlijk leren met al je zintuigen: in al je zintuigen opnemen wat je oppikt in de aanwezigheid van hetgeen je beschouwt. Dat we het nu leren door observatie noemen komt voort uit het feit dat observeren een herkenbaar aspect is van deze vorm van leren. Observatie in de breedste zin van het woord dus: observeren en ontvangen met al je zintuigen.
Leren door observatie kenmerkt zich door drie dingen:
1
Het is ingebed in het dagelijks leven van een gemeenschap. Het gebeurt tijdens deelname aan zinvolle activiteiten met mensen die van belang zijn in het leven van het kind. De activiteiten zijn relevant, voor de persoon en voor de gemeenschap. In veel andere culturen, waarin kinderen betrokken zijn bij het volwassen leven, worden kinderen ook gezien als waardevolle en volwaardige hulp bij allerlei dagelijkse activiteiten. En al van jongs af aan kunnen ze in een groeiend aantal activiteiten werkelijk volwaardig meedoen. Kinderen en volwassenen delen dezelfde wereld. De activiteiten daarbinnen vormen zo het fundament van het leven en het bestaan.
2
Het vereist een actieve leerling. Om te leren van de observatie moet het kind niet enkel aanwezig zijn en toekijken, maar ook willen leren, willen ervaren en betekenis willen geven aan hetgeen er wordt geobserveerd. Het vereist een intrinsieke motivatie om de activiteit ook echt in zich op te nemen, door te laten dringen.
Soms wordt leren door observatie gezien als een passieve activiteit van ‘gewoon maar wat toekijken’ tegenover activiteiten waarin iemand fysiek meedoet, met z’n handen bijvoorbeeld. Maar leren door observatie is een werkelijk betekenisvolle manier om je te verbinden met je directe sociale en fysieke omgeving, ook al is opzettelijke lichamelijke actie die direct verband houdt met dat leren vaak afwezig. Het is van belang om leren door observatie te onderschrijven als een actieve leerstrategie. Intrinsiek gemotiveerde kinderen verwerken en ordenen (actief) de informatie die ze tot zich nemen tijdens de observatie, ze geven er betekenis aan.
3
Open aandacht. Een aandacht-toestand die we zien bij kinderen en mensen in andere culturen waarin kinderen niet gestuurd worden in het leren. Open aandacht is aandacht voor de volledige omgeving waarin iemand zich bevindt. Het is voortdurend, het houdt aan over een langere tijdspanne (abiding). Er is een hoge mate van opmerkzaamheid: elke verandering en gebeurtenis wordt opgemerkt. Open aandacht heeft veel weg van wat wordt verstaan onder het boeddhistische begrip mindfulness. Een doorlopende openheid en een vol bewustzijn van het hier en nu.
Dit volle bewustzijn zorgt ervoor dat kinderen in hun deelname aan het sociale leven iets kunnen oppikken en verwerken voordat ze begrijpen waarom het van belang is.
Deze open staat-van-zijn heeft vele voordelen als het gaat om leren door observatie, zoals gedetailleerde opmerkzaamheid van gebeurtenissen, bewustwording van contextuele informatie en een groter vermogen tot het verwerken van het brede scala aan informatie dat wordt ontvangen.
Deze open staat-van-zijn is een natuurlijke staat van bewustzijn van het hier en nu, alert en ontspannen. De aandacht staat al ‘aan’, er hoeft niet geswitcht te worden in focus en concentratie als er iets interessants wordt opgemerkt. Dit volle bewustzijn en deze opmerkzaamheid zorgen ervoor dat kinderen in hun deelname aan het sociale leven al iets kunnen oppikken en verwerken nog voordat ze begrijpen waarom het van belang is dat ze dit leren begrijpen.
Focuspunt
Dit staat in contrast met de manier van concentratie en focus die wordt verwacht in onze moderne klaslokalen, waar kinderen hun aandacht juist dienen te versmallen en de omgeving te negeren en waar de aandacht door sturing van een ander gefocust dient te worden. Deze vorm van korte termijn concentratie en nauwe focus is in onze maatschappij gebruikelijker en daardoor hoger gewaardeerd, terwijl deze moeilijker te bereiken en vast te houden is. Leren via deze vorm van focus en concentratie behoeft een voortdurend actief richten van de aandacht waardoor er ongemerkt noodzakelijke details van het grote geheel verloren gaan.
De rest van de wereld wordt niet even opzij gezet, maar blijft onderdeel uitmaken van de belevingswereld.
Jonge kinderen lijken in onze maatschappij juist een korte concentratieboog te hebben terwijl kinderen die gebruik maken van open aandacht zich heel lang, zelfs uuuuren, kunnen concentreren wanneer iets hun interesse wekt.
En zelfs wanneer ze zo geconcentreerd zijn op bepaalde activiteiten behouden ze een opmerkzaamheid en bewustzijn voor de rest van de volledige omgeving. De rest van de wereld wordt niet even opzij gezet, maar blijft onderdeel uitmaken van de belevingswereld en het geobserveerde en aan de betekenis die eraan wordt verbonden!
Vertrouwen
In culturen waarin leren door observatie alom gebruikelijk is, blijkt ook dat de volwassenen veel vertrouwen hebben in de efficiëntie van deze vorm van leren. Ze gaan er vanuit dat kinderen zelf, op eigen houtje, leren wat ze nodig hebben om te functioneren in de gemeenschap. Volwassenen zullen de kinderen niet sturen in het leren van wat ze makkelijk zelf kunnen leren. En in de praktijk blijkt dit ook. Het vertrouwen van de volwassenen in de kinderen maakt mede dat de kinderen hierin zelf de autonomie willen nemen. En weer mede daardoor is deze manier van leren zeer effectief; degene die leert heeft zelf in de hand hoe, wat en waar hij of zij leert en daardoor wordt het geleerde dieper opgenomen en beter herinnerd.
Het vertrouwen van de volwassenen in de kinderen maakt mede dat de kinderen hierin zelf de autonomie willen nemen.
De mens is een sociaal dier, levenslustig en er op gericht om deel te nemen aan een groep, een groter geheel. Intrinsiek zal een kind willen leren, kennen en weten wat nodig is om te leven in en bij te dragen aan z’n omgeving. Vertrouwen voedt dit vermogen.
Er zijn tegenwoordig ook steeds meer (kleine, particuliere) scholen zoals de democratische school en de Keenschool die met dit gegeven als uitgangspunt werken.