Vierdehands
Mijn kinderen dragen vaak ‘sloeberkleren’ en hebben daar al heel wat mee rond gescharreld in hun prille leventjes. Die sloeberkleren kregen ze tweedehands (lief van de doorgevers en lief voor de aarde) en ze worden vaak ook nog doorgegeven aan een derde of vierde generatie (lief van ons en nog liever voor de aarde).
Ik trek onze kinderen deze vodjes niet alleen aan vanwege de duurzaamheid (en ook niet omdat mijn schatjes niet meer waard zouden zijn), maar vooral omdat ik vind dat kinderen moeten kunnen ravotten in hun kleren.
Een kind dat vlekkeloze kleertjes draagt, krijgt onbewust mee dat er geen vlekken op mogen komen.
Een kind dat nieuwe en vlekkeloze kleertjes draagt krijgt bewust of onbewust vaak mee dat er geen vlekken op mogen komen. Mocht dit wel gebeuren zullen papa of mama dit toch op zijn minst wel zonde vinden. Ja zelfs ik, als ze dan voor een enkele keer in een prachtig wit (tip: nooit doen bij een kind onder de pakweg… 12) of ander prachtig tenue worden gestoken. Ik kan het dan toch niet laten om, als er dan toch een vlekje komt op het smetteloos wit, met een overdreven pruillip tegen ze te zeggen: “mmm, ja dat is jammer, he?”. En dan druk ik me nog zacht uit. Zucht. Mijn gemoed hangt trouwens wel samen met de hardnekkigheid van de vlek: is hij veroorzaakt door rode bieten-smoothie, avocadoprut, tomatensaus, chocolademelk of zijn het slechts onschuldige omeletvlekken met makkelijk uitwasbare erwtjes .
Projecties
Hoe dan ook, dit soort precaire situaties wil je voorkomen. Een kind moet vrij zijn in zijn gedrag en niet belemmerd worden door angstige gedachten als: “Ik mag niet knoeien”. Ze krijgen al genoeg projecties van ons mee; mijn kind is de leukste, mijn kind mag niet klagen, mijn kind hoort zich te gedragen, mijn kind moet bijzonder zijn en dat soort starre denkbeelden (ja ik heb ze ook hoor). En dus willen we ze toch het liefst, daar waar het kan, hier tegen beschermen.
Laten we met zijn allen wat soepeler worden in het gebruik van kleding alsjeblieft. Niet alleen voor de aarde. En je hoeft je kinderen ook niet totaal versleten kleding aan te trekken, maar waarom zouden we ons kind in een gekunsteld mooi en glad gestreken pak moeten hijsen? Voor jou, je partner of voor de rest van de wereld? En waar blijft het kind zelf dan? Ik denk dat het een kind geen mallemoer interesseert hoe het eruit ziet als het in spel verzonken is (een verkleedpartijtje uitgezonderd).
Lukt het jou om plaatjes los te laten?
En er zijn natuurlijk ook momenten dat het wél leuk is om aandacht aan kleding te besteden, bijvoorbeeld bij een feestje. Hierbij kan het heerlijk zijn om je best te doen, jezelf te verfraaien met iets feestelijks. Sterker nog, dan wordt het extra bijzonder om iets speciaals aan te trekken. En het zal per kind verschillen wat het aan wil trekken. Ieder kind heeft zijn voorkeuren, laat het kind dat zelf ontdekken zonder teveel bemoeienis door ons.
Maar in spel en dus de meeste momenten van de dag? Lukt het jou om plaatjes los te laten? De media schotelen ons ‘prachtige’ en gekunstelde plaatjes voor, maar hebben weinig met de werkelijke wereld te maken. Alleen als wij zelf hierin niet mee doen kunnen we onze kinderen een ander beeld laten zien.
Onschuld
Het kind is al prachtig zoals het is. Heb je wel eens goed in die engelachtige kijkers gekeken? Onze kinderen zijn onschuldig en stralen een hemels licht uit. Ze hebben geen prachtig gestreken kleertjes nodig om te stralen. Als ze zich ‘vervelend’ gedragen, dan komt dat omdat ze niet begrepen worden. Het vervelende gedrag is een wanhopige poging om aandacht te trekken. Lieve mama, zie je dan niet niet dat ik het moeilijk heb!? Maar dat ter zijde, ik dwaal nu lichtelijk af. Al is de kern van dit verhaal natuurlijk wel zoiets als: innerlijke schoonheid zit van binnen.
Vrij en veilig
Terug naar die schooierkleding. Een kind is gemaakt om te ontdekken, spelend te leren, te exploreren. Hoe kan een kind dit doen als hij zich bezig moet houden met zijn kleertjes schoon te houden? Een kind kan zich het beste ontwikkelen als het vrij is, als het geen belemmeringen voelt in zijn spel. Hoe vrijer het kind zich voelt, hoe beter hij kan groeien. Dus laat je kind lekker ravotten in zijn tweedehands kleertjes en gun ze hiermee zich vrij te kunnen ontwikkelen. Lekker die modderplassen in, in bomen klimmen en door de bosjes struinen. (Goed voor de weerstand ook trouwens, die vieze handjes en dan ook het liefst op blote voeten!)
Ok, er zijn grenzen.
Ok, er zijn grenzen. Bij het eten mogen ze op zekere leeftijd best leren dat ze hun handen beter aan een doek kunnen afvegen in plaats van aan hun shirt. Ook snottebellen enzo. En de hele dag in kapotte of vieze kleding heeft ook invloed op de energie van je kind en kan invloed hebben op hoe mensen op het kind reageren. Dus hou dat ook in de gaten en overdrijf niet in het herbruiken. Kleding dat écht kapot of vies is, mag best recycled of gewassen worden zeg maar:-).
Eigen keuze
En wat als ze opmerkingen krijgen over hun kleren? Ja, het kan gebeuren (vooral opa’s en oma’s zijn hier goed in) dat ze te horen krijgen dat er een vlek op hun prachtige shirt zit of dat dat gat in zijn broek toch echt niet kan. Of dat die jurk bij je zoon toch een beetje gek is? Want dat is ook nog eens zo hè?
Geef je kind de ruimte.
We zijn in onze maatschappij op dat gebied gevormd om in hokjes te denken. En dat is een beperking, want we ontnemen onze kinderen (en onszelf) hiermee dat ze vrij kunnen experimenteren. Zou het voor het kind niet juist beter zijn om wat meer genderneutraal opgevoed te worden? Dat hij zelf mag bepalen wat het aantrekt? Of waar hij mee speelt? Het kan per kind verschillen waar hij behoefte aan heeft, het ene kind zal zich eerder willen conformeren aan een ‘ideaal’ plaatje dan de ander. Blijf je kind stimuleren om in spel iets comfortabels aan te trekken, waarin hij totaal vrij kan zijn en kan exploreren en zijn creativiteit en vindingrijkheid kan ontwikkelen.
Zielig?
Is het zielig? Dat ze er zo uit zien? Net als bij een chemisch felgekleurd snoepje of een van de kleurstoffen bolstaande lolly, die ik soms weiger bij diverse balies met goedbedoelende mensen, denk ik ook hier: nee mijn kinderen komen niks te kort. Er is genoeg gezond lekkers om te snoepen en de voordelen van het beschermen tegen het overvloedige suikerfeest wegen op tegen af en toe weigeren. Ze mogen bovendien best leren dat ze niet alles kunnen krijgen, helemaal als het niet voedend is voor ze. En ook bij kleding is dit het geval. Al die uren dat ze zich in vrijheid spelend kunnen ontplooien zijn veel meer waard dan een enkele opmerking over spikkels en spatjes. Geef je kind de ruimte, laat het los, geef ze de vrijheid om optimaal te groeien! En laat ze ook het liefst (als ze willen) in de aarde of modder spelen, dat schijnt gelukkig te maken. Lang leve het scharrelkind.