Mijn innerlijk ritme lijkt soms te traag voor de wereld. Mijn wangen kleuren rood wanneer ik hoor wat voor bergen mensen soms verzetten op een dag. Ik ben traag, altijd geweest. Mijn hersenspinsels spinnen nochtans in topsnelheid. TGV’s vol gedachten. Tussendoor een deuntje op de achtergrond.
Zelden stilte in mijn hoofd. Als mijn adem af en toe mijn buik in duikt ben ik zeer tevreden. Mijn honger naar bewustwording vergeet soms dat mijn trage zijn met kleine stapjes werkt. Ik wil dan alles tegelijk aanpakken. Een ‘op ’t gevoel’ mama zijn, mijn praktijk omvormen tot mijn hart er in ligt, nu en dan een sexy-charmante echtgenote zijn, onze groenten bij de bio groenteboer halen en een vegan keukenprinses worden. Na die laatste mededeling kondigt manlief een ‘fastfood protest’ aan. Poging veggie dan?
Realiteit
Realiteit is dat ik al blij ben als mijn wasbare luiers tegen de middag aan de draad hangen. Als ik na twee weken nog eens tijd neem voor grondigere scheermeswerken, stel ik me tevreden dat ik halverwege geraak wanneer ik mijn dochter –met rompertje en al– mee de douche in trek. Mijn duizend-plannen-op-een-dag worden gereduceerd tot 2 weloverwogen activiteiten. Ik volg het ritme van mijn dochter –en van haar dutjes–. Balans tussen haar behoeften én de mijne.
Traagheid als eerste wet van Newton.
Misschien is het tijd om het streven naar duizendpoot los te laten en mijn innerlijke slakje te omarmen. Traag maar zeker verzetten die hun bergje toch ook de hele dag door. Traagheid als eerste wet van Newton. Ik verzin mijn eigen wetten, wat een luxe. Inherent inert zijn kan en mag. Mijn meisje haar eerste kleine stapjes brengen mij weer even tot stilstand. Ze stapt en stopt en wijst en kijkt en lacht. Opvallend hoe de dingen in beweging komen als je stil staat. Dankjewel lieve meid, ik kan nog zo veel van je leren. Laat mijn klokje nog maar even trager tikken.