Een oceaan vol tranen

Ik loop in de supermarkt en vraag me af wat ik hier in vredesnaam doe. Ik voel me alsof mijn arm is geamputeerd. Ons lieve kleine meisje, nog maar acht weken, ligt in het ziekenhuis. Drie weken na haar eerste opname…

Mijn moederhart huilt en ik mis haar.

Dit keer zonder mij, zonder haar ouders. We zijn de strijd tegen de reflux verloren. Het ging niet meer. Eén tot twee weken zou ze daar moeten verblijven. Ze hanteren het onrustige baby protocol. Dat betekent dat ik niet mag slapen naast haar.

Moederhart

Het voelt zo tegennatuurlijk, zo tegen alles waarin ik in geloof. Mijn moederhart huilt en ik mis haar. Een oceaan vol tranen hoor ik op de radio en midden in de supermarkt laat ik mijn tranen gaan. Wat anderen daarvan vinden interesseert me nu op dit punt helemaal niets. Dit is niet ok! Dit voelt helemaal niet ok. Ik doe het voor haar, al lijkt dat zo vreselijk tegenstrijdig. Voor het gezin om rechtop te blijven staan.

Was het vrijwillig? Nee natuurlijk niet. Het was de huisarts die zei: “Rebecca dit gaan we nu doen. Dit heeft al te lang geduurd, laat haar opnemen en de artsen hun werk doen”. Ik voelde me zo wanhopig en dood- en doodmoe. Ik stemde huilend in.

Vasthouden of loslaten

Maar nu, wat moet ik nu? Mijn dochter ligt in Almelo en ik ben hier in de Lidl in Hengelo. Het winkelwagentje bevat weliswaar enkele producten, maar het vult zich niet met de maxi cosi. Ik wil hier niet zijn. Ik voel het in al mijn vezels. Ontredderd stuur ik de wagen richting de kassa. Ik moet hier weg en zo snel mogelijk met de auto richting Almelo.

Een baby hoort bij haar moeder.

Is dit het dan denk ik, terwijl ik eindelijk de afstand tussen mij en mijn dochter verklein. Moet ik loslaten? Loslaten van mijn visie. Loslaten van mijn angst dat ze onveilig hecht. Loslaten om koste wat het kost bij haar te zijn. Kan ik dat? Wil ik dat? Het liefste haal ik haar op en neem ik haar mee naar huis. Een baby hoort bij haar moeder.

Experts

Ik zie dat kleine meisje voor mij in dat babybedje in die grote steriele ziekenhuiskamer en begin opnieuw te snikken. Ik heb het gevoel dat ik mijn verstand verlies. Dat ik mijn haren uit mijn hoofd ga trekken van verdriet. Als ik er nu op kon vertrouwen dat de artsen mij serieus nemen en werkelijk koemelkallergie als ware oorzaak van haar reflux gaan onderzoeken, dan kan ik nog enigszins vrede hebben met de situatie. Maar dat vertrouwen is er niet. Zeker niet sinds ze mij de laatste keer een slaapplan als redmiddel hebben voorgeschoteld.

In de avond word ik door de pedagogisch medewerker aangesproken. “Het lijkt me beter om naar huis te gaan en je rust te pakken. We doen dit immers ook om de ouders te ontlasten”, zegt ze met enige dwang in haar stem. Ik vertel haar dat ik zoveel mogelijk bij mijn dochter wil zijn en dat ik toch echt niet in staat ben om te rusten thuis. Sterker nog ik trek mijn haren uit mijn hoofd. De blik van de pedagogisch medewerker spreekt boekdelen. Of ik misschien met een maatschappelijk werker wil praten?! Steeds meer ervaar ik dat onze opvattingen van elkaar verschillen en ik voel mij erg alleen in het grote ziekenhuis.

Ze benadrukt nog wel dat ik een moeder ben met wel erg veel moedergevoel.

Openbaring

De volgende dag word ik wakker en zie ik het glashelder. Vandaag halen we haar op. Geen dag langer meer! Anders moet ik op de paaz-afdeling worden opgenomen en dan zijn we nog veel verder van huis. Mijn man sputtert eerst nog wat tegen uit angst voor dat wat het met ons gezin kan doen. Echter, ik verzeker hem ervan dat ik dit met een heldere geest besluit. I can see clearly now the rain has gone! Hij ziet mijn vastberadenheid en kent mij nu lang genoeg, deze moeder accepteert geen nee. Een flinke vent die mij nu tegenhoudt.

We rijden samen met onze zoon naar het ziekenhuis. We vragen ons sterk af hoe de arts en pedagogisch medewerker zullen reageren, maar in mijn hoofd heb ik het hele verhaal al klaar.

Moedergevoel

Daar ligt ze dan, onze kleine schat. Ze is veranderd na drie dagen. Ik zie het in haar ogen. Niemand ziet dat behalve ik. Snel trek ik haar uit haar bedje, ondanks de reglementen. “We nemen je weer mee naar huis lieve schat”. Ik druk haar stevig tegen mij aan en voel dat het goed is.

Ik heb mijn moederinstinct weer teruggevonden.

Verbouwereerd komt de pedagogisch medewerker binnen, maar ik geloof dat ze het al ziet. Veel hoeven we niet uit te leggen. Ze benadrukt nog wel dat ik een moeder ben met wel erg veel moedergevoel. Alsof zoiets te meten is. Ik verbaas mij dat ik kennelijk geen ‘doorsnee moeder’ ben in haar ogen.

Ik voel me trots en rijk als we in de auto terugrijden met twee kinderen op de achterbank. Trots dat we hebben gevochten voor onze dochter en ondanks elk medisch advies ons gevoel bleven volgen. De opname was een eye opener voor ons. Helaas geen erkenning binnen het medische circuit, maar mijn gezonde verstand en bovenal mijn moederinstinct heb ik weer teruggevonden.

Roze wolk

Wat een bijzondere reis maken we zo samen, lieve kleine schat. Geen reis op een mooie roze wolk, maar wel een die mij in staat stelt de energetische verbinding tussen jou en mij te versterken. De antwoorden die heb ik niet van de artsen nodig. Ik hoef alleen maar goed naar jou te luisteren en te vertrouwen op mijn intuïtie.

Ik hoef alleen maar goed naar jou te luisteren en te vertrouwen op mijn intuïtie.