Er van uitgaande dat er geen complicaties zijn, mag een kindje direct vanaf de geboorte in de draagdoek. Of dit bij jou lukt is een tweede en hangt van jouw herstel af. Let er op dat je je lichaam na een bevalling genoeg rust geeft en ruimte om te herstellen. Blijf de eerste periode echt zoveel mogelijk in bed, lekker huid-op-huid met je baby bij je en ga dragen zodra je zelf ook meer uit bed komt.
Herstel
Het dragen van je kindje dicht tegen je aan helpt, na de eerste periode van zoveel mogelijk liggen, mee met jouw herstel. Bij een goede natuurlijke draaghouding span je de juiste buik- en bekkenbodemspieren aan die bijdragen aan het terugvormen en weer versterken van je lichaam. Ook zal je lichaam bij de juiste draaghouding zelf een mooie anatomisch correcte houding aannemen. Daarnaast helpt dragen en wandelen om je conditie weer rustig op te bouwen en alle processen in je lichaam te bevorderen (van bloedsomloop tot spijsvertering, etc). Bouw het dragen vooral rustig op, zoals voor jou prettig voelt en forceer niets bij pijn! Raadpleeg een draagconsulente om je te helpen de beste draaghouding te vinden voor jou en je baby.
Wanneer je kunt gaan dragen is dus voor iedere moeder verschillend.
Verlaagde spiertonus
Sommige kindjes hebben een verlaagde spiertonus. Het gaat dan om bijvoorbeeld te vroeg geboren kindjes of kindjes met het syndroom van down. Deze kindjes kunnen veel baat hebben bij een goed geknoopte geweven doek. Voor kindjes met een verlaagde spiertonus is een heupknoop met een geweven doek heel geschikt. Door de lichte rotatie die het bovenlichaam maakt op de heup van de moeder, kunnen deze kindjes ook als ze diep in slaap vallen niet in elkaar zakken, wat de kans op zuurstoftekort aanzienlijk vermindert. De heup is ook het smalste deel van de moeder, waardoor de kans op overspreiding van de benen bij de hele kleintjes wordt voorkomen. De doek moet echter wel goed geknoopt zijn. Het is dan ook raadzaam om een draagconsulente te raadplegen.
Doek of zak
Het ene kindje is groter dan het andere. Maar ieder kindje kan in principe direct gedragen worden. Een draagdoek past altijd, draagzakken daarentegen niet. Dat geldt vooral voor draagzakken met een zogenoemde insert. Een insert is een inzetstuk om een niet-passende drager toch te kunnen gebruiken. Het is een compromis, maar zeker niet ideaal. In een insert zitten de kindjes op een soort kussentje en is er (meestal) geen echte knie-tot-knie ondersteuning. Daarnaast heeft de insert een gevuld rugpand dat in de draagzak gezet wordt waardoor je dus een dubbele, vrij stevige en stugge laag krijgt die over het ruggetje gaat. Daardoor kan het ruggetje niet makkelijk de gewenste natuurlijke bolling aannemen. Een aantal voorbeelden van draagzakken die vanaf geboorte gebruikt kunnen worden zonder insert zijn de Storchenwiege carrier, Fidella Fusion baby en de Kokadi Flip baby.
Dragen na een keizersnede
Mag dit? En vanaf wanneer dan?
Theoretisch gezien mag je na een keizersnede direct dragen, je mag immers het gewicht van je baby’tje dragen, tenzij je arts iets anders heeft gezegd. De praktijk wijst uit dat je dan wel vaak nog erg wankel bent door de medicijnen en de ruggenprik die je gehad hebt. Je wilt niet vallen met het kindje op je buik. Pas zodra je zelf goed kunt lopen, zou je dan kunnen gaan dragen.
Geef je lichaam de tijd om te herstellen.
Een keizersnede is een heftige ingreep voor zowel moeder als kind en rust is heel belangrijk voor een goed en spoedig herstel. Geef je lichaam dus ook hier alsjeblieft de tijd om te herstellen en laat het dragen die eerste dagen liever aan iemand anders over, als dat beter voelt. Je kunt zelf zo veel mogelijk buidelen met je kindje. Lekker huid-op-huid, al dan niet in een draagdoek of buideltop, rustig in bed of op de bank.
Rust
Wanneer je kunt gaan dragen is dus voor iedere moeder verschillend. De een voelt zich na een paar weken pas in staat om een doek om te knopen, terwijl de ander dit vrijwel direct kan doen.
Luister naar je lijf.
Het herstel is per vrouw verschillend, je kunt je voorstellen dat zodra jij je goed voelt, je kunt gaan dragen. Luister naar je lijf. Doet het dragen erg veel pijn, stop dan. Probeer het later nogmaals en bouw het heel rustig op. Voel je ook niet schuldig als het niet meteen lukt. Het komt vanzelf. Leg je kindje dan lekker bij je op je buik, dat is hetzelfde contact. En neem alle rust om je lichaam te laten bijkomen.
Papa
Als je als mama nog niet in staat bent om je kindje te dragen, dan kan dat natuurlijk ook bij de papa! Voor een verse vader kan het erg fijn zijn om zijn vrouw op deze manier te ontlasten én om een band met z’n baby op te bouwen. Ook andere directe familieleden of vrienden die de baby veel zal zien kunnen deze rol natuurlijk opzich nemen.