Er is tegenwoordig zo’n enorm aanbod van speelgoed en spelletjes dat het soms lastig is om door de bomen het bos nog te zien. En eigenlijk zouden we onze kinderen vooral dat bos in moeten sturen en zo weinig mogelijk kant en klaar speelgoed moeten aanbieden, omdat hiermee hun fantasie het meest geprikkeld wordt. De natuur biedt namelijk echt alles wat het kind nodig heeft om zich te ontwikkelen tot volwaardig mens. Een groot gedeelte van wat we zelf aanschaffen (en dat is nogal wat tegenwoordig) is meestal overbodig en kan zelfs ontwikkelingsremmend zijn. Lees meer over overprikkeling in het stukje: Ik verveel me!
Waar voldoet ‘verantwoord’ speelgoed aan?
Speelgoed bevat het liefst 1 of meerdere van de volgende eigenschappen:
- Het biedt een groot aantal creatieve mogelijkheden, het kan vele dingen zijn in plaats van één ding (multidimensionaal dus).
- Het stimuleert de vingervaardigheid, het kan uit elkaar worden gehaald en in elkaar gezet, dit stimuleert creativiteit.
- Het is duurzaam, zie ook natuurlijke materialen.
- Het is geslachtsloos, hoe vrijer kinderen de mogelijkheden van het leven mogen verkennen, des te beter zullen ze later beslissingen kunnen nemen.
Denk aan bijvoorbeeld: houten blokken, lego, kapla, natuurlijke klei, vingerverf, Grimm’s regenboog, een rockerboard, bouwkarton, krijtjes, schaar, kegelpopjes. Ook poppen, keukentjes en treinbanen kunnen prima, maar hou het zo neutraal mogelijk. Verkleedkleren, het liefst zelfgemaakt met sjaals, lappen stof en dergelijk in plaats van gekunsteld gekocht.
Ook materiaal om het ‘echte leven’ na te doen en te oefenen zoals (echt!) huishoudelijk materiaal en een (echte!) gereedschapskist met inhoud zijn erg ‘verantwoord’. Het is natuurlijk om alvast te willen oefenen met de gereedschappen die je ‘nodig’ hebt als je zelf volwassen bent. En probeer plastic speelgoed zoveel mogelijk te vermijden, niet alleen vanwege de beleving, maar ook vanwege de mogelijke gifstoffen die er in verwerkt zitten.
Zelf doen en maken
Een kind dat zijn eigen speelgoed maakt, leert niet alleen zichzelf te vermaken, maar oefent ook zijn onafhankelijkheid, zelfstandigheid, initiatief, vindingrijkheid, oog-handcoördinatie, intelligentie, verbeelding, prestatiedrang, creativiteit en dus zelfrespect.
Dit geldt ook voor het zelfstandig spelen in het algemeen. Geef je kind de mogelijkheid om in zijn eigen chaos weer zelf structuur te maken, door de manier waarop je materiaal aanbiedt. Lees hier meer daarover.
Samen met je kind spelen kan erg gezellig zijn, maar let op dat je niet te veel invult. Als jij bijvoorbeeld een puzzelstukje voor hem legt, ontneem je hem de kans om zelf die verbindingen in zijn hersenen aan te maken!
Gevaren?
Je kunt je kind ook al van kleins af aan laten spelen met zaken die in onze maatschappij vaak aangeduid worden als ‘gevaarlijk’, zoals water, vuur en hoogtes. Je kent je eigen kind het best en weet waarschijnlijk precies wat al wel en wat nog net niet handig is om echt mee te laten spelen/te laten doen.
Sommigen van ons laten hun kinderen vanaf een maand of 8 al uit een glas drinken en spelen/experimenteren met een mes of schroevendraaier en laten hun kinderen klimmend ontdekken vanaf dat ze kunnen kruipen.
Een kind moet van jongs af aan dit vertrouwen krijgen van zijn ouders opdat het ook daadwerkelijk op zichzelf gaat vertrouwen. Dit vanuit de filosofie van Jean Liedloff, die groot voorstander is van kinderen al van jongs af aan te laten vertrouwen op hun eigen intuïtie, hun innerlijk weten, hun continuüm, en zó zelfverzekerde kinderen te creëren. Het vergt wel een oefening in het loslaten van je eigen angsten en te leren om vertrouwen te geven aan je kind.