Meester of leraar

In onze maatschappij kennen we het onderscheid tussen ‘meester’ en ‘leraar’ niet echt meer.

Vanuit de geschiedenisboeken komt er nog wel eens iets voorbij uit vroeger tijden over een ambacht, een leerling en een meester. En we kennen her en der nog wel begrippen zoals ‘meesterschap’ of ‘meesterschilder’, maar het echte onderscheid tussen een meester en een leraar lijkt een beetje verloren geraakt.

Wat is een leraar?

Een leraar geeft kennis door. Vaak gaat het om verzamelde kennis (over iets of over een vaardigheid) die 1 op 1 overdraagbaar is van de leraar op de leerling(en). De leraar hoeft geen meester te zijn in zijn vakgebied. Als hij maar weet waar hij de kennis kan vinden en hoe hij die kan doorgeven aan de leerling. De leraar zet zich in om de kennis over te dragen, dat is wat hij leuk vindt en graag doet. Op zijn beurt neemt de leerling de kennis van de leraar aan en past deze toe.

Wat is een meester?

Een meester bezit het meesterschap, maar is er niet op gericht om dit meesterschap over te dragen aan een leerling. Er kan best een leerling betrokken zijn en als een nieuwsgierig aagje de meester bestuderen om zelf vaardigheden op te doen en kennis te verkrijgen. Een leerling kan de meester vragen stellen en de meester kan daarop antwoorden, maar de meester is er niet op gericht om platte kennis door te geven aan de leerling. Een meester is er op gericht om zijn meesterschap te beoefenen en een leerling handvatten aan te reiken om zijn of haar eigen meesterschap te ontwikkelen.

Het eigen meesterschap is altijd persoonlijk. Een meesterschap kun je niet overdragen zoals een leraar zijn kennis kan overdragen op een leerling. Een meesterschap is een persoonlijke eigenschap en persoonlijke vaardigheid om ergens meester van te zijn. Je bent ergens meester van en niet van iemand!

Wat is het verschil?

Een leraar hoeft geen meester te zijn en een meester hoeft geen leraar te zijn. De leraar weet waar hij kennis kan vinden en geeft deze kennis door. De meester heeft de kennis en geeft aan de leerling door hoe hij zelf de kennis kan vergaren.

Wat leert de leerling?

Er zit ook een groot verschil in de manier waarop de leerling iets leert en wat hij dan leert. Bij een leraar leert de leerling welke kennis er is en hoe hij deze toepast. Bij een meester leert de leerling hoe hij meesterschap kan verkrijgen.

Meesterschap is persoonlijk en verschilt van persoon tot persoon. Een meester kan zijn kennis niet letterlijk 1 op 1 overdragen, dan leert de leerling enkel het meesterschap te imiteren, maar bereikt hij deze niet zelf.

De kennis van de leraar is algemeen en kan door een ieder toegepast worden op de manier waarop de leraar het beoogt. De leerling kan de kennis tot zich nemen en reproduceren om tot het gewenste resultaat te komen.

Natuurlijk leren

In een natuurlijke manier van leren kun je deze twee dingen goed los zien, het zijn echt twee verschillende manieren van leren. Soms wil de leerling specifieke kennis tot zich nemen of een vaardigheid verkrijgen door het van een leraar (die de vaardigheid beheerst) te leren. De vaardigheid wordt gekopieerd en hetzelfde herhaalt, eventueel met een persoonlijke twist, maar de vaardigheid zal sterk lijken op die van de leraar. Het gaat de leerling erom om die vaardigheid op die manier onder de knie te krijgen.

Maar in een ander geval zoekt de leerling de meester op om hem te bestuderen en vervolgens zelf zijn vaardigheid te gaan ontwikkelen. De vaardigheid zal anders zijn dan die van de meester, maar niet beter of minder goed. De leerling is er op uit om zelf te onderzoeken en de vaardigheden te verkrijgen die aansluiten bij wat hij intrinsiek zoekt. De leerling gebruikt de meester om te leren hoe hij vanuit zichzelf een vaardigheid kan ontwikkelen.

Beter?

In verschillende gevallen is een verschillende manier van leren gewenst. Vaak kan de leerling het best aangeven wat voor vorm van leren hij of zij zoekt. Of soms is hij daar nog zoekende in.

Het kan dus wel fijn zijn om je bewust te zijn van de verschillen zodat een diversiteit van aanbod en mogelijkheden voor de leerling kan worden gecreëerd. Als de leerling z’n intrinsieke motivaties kan volgen, dan kiest hij wat er passend is. Om het op de manier te leren waarop het bij hem past op dat moment en in die situatie.

Vrij of gestuurd

In een natuurlijke stam ontstaan deze mogelijkheden als vanzelf, de leerling is vrij om z’n eigen manier van leren te kiezen, die van situatie tot situatie en van moment tot moment verschillend kan zijn. In onze maatschappij zien we echter dat het leren of de manier van leren vaak wordt gestuurd en minder een vrije keus is van de leerling zelf.

Wanneer de leerling zelf kan kiezen, dan zorgt dat ervoor dat de intrinsieke motivatie gestimuleerd wordt. Als een leerling gestuurd wordt, dan kan de intrinsieke motivatie stagneren en zelfs (tijdelijk) verdwijnen.

In principe is het ene niet beter dan het andere, als we kijken naar leren van een leraar of meester. Maar belangrijker is dat de leerling zelf mag bepalen wat er geleerd wordt, op welk moment en op welke manier. Op die manier blijft de innerlijke drang om te leren, groeien en ontwikkelen het meest vruchtbaar en vreugdevol aanwezig. Juist de diversiteit aan mogelijkheden stimuleert en voedt.