Van moeders is bekend dat de zwangerschap, onder de invloed van hormonen hun beleving verandert. Hun moederinstinct wordt gewekt, het lichaam bereidt zich voor op het verzorgen en het voeden van het kind. Ook op emotioneel niveau veranderen ze en ze worden gevoeliger voor de signalen van hun lichaam en hun kindje. Als de bevalling nadert, zorgt het hormoon cortisol ervoor dat ze alert zijn.
Hetzelfde hormoon is ook bij de vader actief en kan hem attent, gevoelig en oplettend maken. Hij heeft dan ook een belangrijke rol te vervullen. Hij kan de moeder steunen met liefdevolle aanwezigheid, haar ondersteunen en praktische hulp geven. Hij kan de rol van beschermer op zich nemen, rondom de geboorte, maar ook in de kraamtijd.
Als er geen vader aanwezig is, kunnen andere verzorgers, vrienden of familieleden deze rol op zich nemen.
Na de geboorte is de vader biologisch ook ingesteld op het kind. Elke keer als hij de baby vasthoudt, komt er een ‘knuffelhormoon’ vrij, wat helpt om een band te krijgen. Dat zit er dus van nature in bij hem, als hij er voor open staat.