De eerste jaren – OERmoeders van Nu https://oermoedersvannu.nl Aarde, zon, wind en kind Tue, 18 Aug 2020 08:15:17 +0000 nl hourly 1 https://wordpress.org/?v=4.8.24 https://oermoedersvannu.nl/wp-content/uploads/2016/12/cropped-favicon-32x32.png De eerste jaren – OERmoeders van Nu https://oermoedersvannu.nl 32 32 116643567 Waarom in slaap voeden oké en normaal is https://oermoedersvannu.nl/artikel/waarom-in-slaap-voeden-oke-en-normaal-is/ Sun, 19 Aug 2018 16:57:59 +0000 http://oermoedersvannu.nl/?post_type=article&p=2643 In slaap voeden is echt helemaal oké en heel normaal! Waarom? Het is interessant om een belangrijkste vraag te stellen, waarom vallen baby’s tijdens het voeden zo prima in slaap? […]

The post Waarom in slaap voeden oké en normaal is appeared first on OERmoeders van Nu.

]]>
In slaap voeden is echt helemaal oké en heel normaal! Waarom?

Het is interessant om een belangrijkste vraag te stellen, waarom vallen baby’s tijdens het voeden zo prima in slaap?

De behoefte aan nabijheid van de moeder

Tijdens het drinken bij mama maakt je baby allerlei stoffen aan en wordt zijn eigen lichaam op allerlei vlakken ondersteund door de nabijheid van het moederlichaam. Je kindje kan zo optimaal ontspannen, is in veiligheid en voelt zich geborgen. De ademhaling, hartslag, lichaamstemperatuur en andere fysiologische processen worden ondersteund door het lichaam van z’n mama, waardoor z’n eigen lichaam nog meer in rust en ontspanning kan zijn.

Hierbij werken meerdere mechanismen op hormonale basis samen en zijn extra slaap bevorderend. De samenstelling van moedermelk volgt bijvoorbeeld een 24-uurs ritme. ’s Avonds en ’s nachts is het tryptofaan gehalte in moedermelk verhoogd. Dit aminozuur is belangrijk voor de productie van serotonine en melatonine, die weer voor de regulering van het dag- en nachtritme verantwoordelijk zijn. En wetenschappers hebben ook zogenoemde nucleotiden in moedermelk gevonden, die ook effecten hebben op je dag- en nachtritme. Moedermelk en borstvoeding vormen dus op verschillende manieren een natuurlijk slaapmiddel.

Moedermelk en borstvoeding vormen  op verschillende manieren een natuurlijk slaapmiddel.

Baby’s slapen (en zijn) dan ook niet zo graag alleen. En terecht! Als je dit vanuit de natuur van de mens bekijkt, dan zie je dus dat dit werkelijk nuttig is. Meer dan voldoende redenen om eenvoudig naar dromenland te kunnen gaan, als je daar heerlijk veilig aan mama’s borst ligt! En waarom zou je niet je kindje in de meest optimale en ontspannen omstandigheden in slaap willen laten vallen?

Dr. Herbert Rens-Polster schrijft:
“Zo onpraktisch als het lijkt, evolutie-biologisch is het zinvol: zonder bescherming van een volwassene te slapen betekent meestal de zekere dood. De onbeschermde baby was een makkelijke prooi voor beren en andere wilde dieren of door een plotselinge weerswisseling onderkoeld. Het lichaam van de ouder past zich aan de temperatuur aan die de baby nodig heeft. Ademhaling, hartslag en de stem zijn elementen die de baby al in de buik ervaren heeft.”

Verwennerij

In onze westerse cultuur is er echter het fabeltje van de verwende baby. Waarschuwingen als “Als je het nu niet aan je kind leert, dan kom je er nooit meer vanaf” kennen we zo’n beetje allemaal wel. En een beetje eng is het eigenlijk ook als je je dan bedenkt dat vele van deze “opvoed-ideeën” hun oorsprong hebben in de denkwijze van het derde rijk. Toen werd de moeder geadviseerd om haar kind te laten huilen, om het zo hard te maken voor het leven. En deze ideeën hebben zich blijkbaar nog steeds, ongemerkt, een weg weten te banen naar de opvoeding van nu…!

Je kunt een baby met in-slaap-voeden of andere vervulling van hun basisbehoeften NIET verwennen! Baby’s kunnen in de eerste maanden nog helemaal geen verbanden leggen tussen een behoefte die zij intrinsiek voelen en jouw reactie daarop. Lees er meer over in Mensenkinderen van Steven Pont bijvoorbeeld. Een op de behoeftes van je baby gebaseerde omgang en opvoeding, laat geen verwend kind ontstaan, maar juist een zelfbewust en stabiel kind!

Je kunt een baby met in-slaap-voeden NIET verwennen!

Als je je baby “aan z’n lot overlaat” en liever in slaap laat huilen, dan zal z’n lichaam daarop gaan reageren. Eerst met een beetje stress, maar uiteindelijk met steeds meer stress en met cortisollevels die niet meer dalen. Stress zorgt ervoor dat spieren gaan spannen en dat de bloeddruk stijgt. En blijvend hoge cortisol kan zelfs voor beschadigingen in de hersenen zorgen. Het is dus wellicht een beter idee om je baby veiligheid, geborgenheid en ontspanning te geven, zodat hij zich optimaal kan ontwikkelen. Iets waar je kleintje veel mee bezig is in z’n eerste levensjaren.

Twee stappen vooruit, één stap achteruit

Vaak zie je bij kinderen in hun ontwikkelingspatroon ook het ‘twee stappen vooruit, één stap achteruit’ patroon. Tenminste, in onze ogen kan dat het patroon zijn wat we er in zien. Als er een ontwikkelingsstap is genomen en er een nieuwe ritme ontstaat, dan volgt bijna altijd een (voor ons idee) ‘kleine stap terug’.

Kenmerkend voor deze ‘stap terug’ is de behoefte aan lichamelijk contact van de kinderen. Vaak is er dan (tijdelijk) een grotere behoefte aan (extra) borstvoeding en soms zelfs een terugkeer van nachtvoedingen en/of het in-slaap-voeden, ook als dat al een poosje niet per se meer nodig was.

Je kunt er ook zo naar kijken:

Na een ontwikkelingsstap of groei is er behoefte aan nieuwe ‘voedingsstoffen’ om daarna weer verder te kunnen groeien. Het ‘stapje terug’ bestaat vooral uit lichamelijk contact, de behoefte om de ouder(s) dichtbij te hebben en borstvoeding. En laat dat nu precies de dingen zijn waar je ‘van groeit’! Letterlijk én figuurlijk. Opeens ’s nachts weer gaan drinken na een periode van doorslapen kan dus goed zijn omdat die voedingsstoffen en het lichamelijk contact werkelijk nodig zijn voor de geestelijke en lichamelijke groei van je kindje. Het is dus meer een inhaalslag van het (weer) aanvullen en opbouwen van voedings- en bouwstoffen, voor de volgende ontwikkeling.

Me-time, we-time

Ook als je als moeder weer meer gaat ondernemen en vaker weg bent van je kindje, kun je merken dat je kindje daarop reageert door extra behoefte te hebben aan jouw lichamelijke nabijheid op de momenten dat je er wel bent. Bijvoorbeeld als je weer aan het werk gaat of als je weer meer je sociale leven wilt oppikken.

En ook dat is heel normaal! Het zal hierbij echt enorm helpen als je alle ruimte voor je kindje hebt zodra je weer thuis bent. Ten eerste omdat je zo geen onnodige energie verspilt aan je verzetten tegen de situatie die er is. En ten tweede omdat het heel gewoon is dat je baby jou nodig heeft om te kunnen groeien en ontwikkelen. Het kan veel helpen om je hiervan bewust te zijn. Een optie kan zijn om samen te slapen, zodat je kindje ook ’s nachts dicht in jouw nabijheid is om de ‘verloren tijd’ in te halen.

Je baby heeft de behoefte aan jouw contact meegekregen in z’n blauwdruk.

Maak je in ieder geval niet druk dat dit nooit over zal gaan! Hoe meer jij aan deze behoefte van je baby kunt voldoen, hoe meer je kindje vervuld raakt, kan groeien en kan ontwikkelen. En hoe beter je kind later in staat zal zijn om op zichzelf te kunnen en durven staan!

Zelfstandigheid

Je baby heeft de behoefte aan jouw contact meegekregen in z’n blauwdruk. Hij heeft dit nodig om te overleven, om te kunnen groeien en om te kunnen ontwikkelen. Maar er zit ook de behoefte aan zelfstandigheid ingepland. Hoe ouder en groter je kindje wordt, hoe meer dit naar buiten komt.

Dit houdt in dat je dus niet bezorgd moet zijn dat je kindje eeuwig aan de borst in slaap zal willen vallen. Als hij er rijp genoeg voor is, zal hij uit zichzelf de behoefte hebben om niet meer aan de borst, maar op zichzelf in slaap te vallen.

Beloofd!

Gebaseerd op een artikel van Christina Law-Mclean IBCLC 27-3-2016

The post Waarom in slaap voeden oké en normaal is appeared first on OERmoeders van Nu.

]]>
2643
Psychologie bij borstvoeding https://oermoedersvannu.nl/artikel/psychologie-bij-borstvoeding/ Thu, 31 Aug 2017 13:51:14 +0000 http://oermoedersvannu.nl/?post_type=article&p=3802 Borstvoeding geven aan onze kinderen is voor de meesten van ons een prioriteit. Niet alleen omdat we daarmee onze kinderen een gezonde start geven, maar ook om andere redenen. Redenen […]

The post Psychologie bij borstvoeding appeared first on OERmoeders van Nu.

]]>
Borstvoeding geven aan onze kinderen is voor de meesten van ons een prioriteit. Niet alleen omdat we daarmee onze kinderen een gezonde start geven, maar ook om andere redenen. Redenen die we vooraf niet eens wisten. We delen ze graag met je en we gaan er hierbij vanuit dat het borstvoeding geven van een leien dakje gaat. Ervaar je dat de borstvoeding niet goed verloopt, dan heb je misschien ook wat aan dit artikel.

#1 Aandacht

Baby’s komen om verschillende redenen bij je drinken, zoals honger, vermoeidheid, prikkelverwerking en veiligheid.

Elke keer dat je kind bij je drinkt laat je letterlijk zien dat je er voor hem of haar bent. Later kan dit op een heel natuurlijke manier overgaan in andere vormen van aandacht: van voorlezen en boodschappen doen als de kinderen klein zijn tot samen koffie drinken en winkelen in de pubertijd. Vanaf het begin raak je dus gewend om tijd te maken voor je kinderen, hierdoor wordt quality-time een vanzelfsprekend onderdeel van samen zijn. Dit geeft een stevige basis aan de relatie.

#2 Rustmoment

Rustmomenten om op te laden zijn voor iedereen belangrijk om in balans te blijven én zeker voor moeders. De zorg voor een baby is intensief. Elke keer dat je baby bij je drinkt, krijg jij ook rust. Wanneer komt het nog voor dat je ergens écht voor gaat zitten? Met een kopje thee of koffie bij de voeding bijvoorbeeld kun je er een (gezellig) momentje van maken samen.

Borstvoeding geeft een stevige basis aan de relatie met je kindje.

#3 Efficiëntie

Je baby ligt bij je, je hebt nu alle tijd voor je oudere kindje om voor te lezen, of om rustig bij te praten met je partner, moeder enzovoorts. Een baby die borstvoeding krijgt, is over het algemeen tevredener. Als alles goed gaat en je kindje zo rustig bij je ligt kun je even van die momenten genieten, zonder dat je tig keren wordt onderbroken omdat je hulp nodig is. Het kan ook nog eens bijdragen aan een sterkere band met de oudere broer of zus, helemaal als je tandem voedt.

#4 Moment van geluk

Geniet van die lieve baby die je zo hebt gewenst, geniet van die tijd! Als je borstvoeding geeft worden er hormonen aangemaakt die je een fijn gevoel geven. Eén van die hormonen is oxytocine. Dit hormoon heeft een kalmerende werking bij zowel kind als moeder en draagt bij aan het verstevigen van de moeder-kindrelatie.

#5 Hechting

Vanuit de psychologie is bekend dat een goede moeder-kind relatie een positief effect heeft op de relaties die een kind later met anderen aangaat. Met borstvoeding werk je door de bovenstaande punten aan deze band. Een goede hechtingsrelatie is zelfs een van de belangrijkste behoeften van een kind, om zich goed te kunnen ontwikkelen.

In het boek Borstvoeding doe je zo, kun je meer lezen over borstvoeding, zoals hoe je kunt overgaan op vast voedsel, hoe je de borstvoeding kunt afbouwen en nog veel meer. Het boek is geschreven door psycholoog Debby Mendelsohn en geeft vele praktische handvatten.

The post Psychologie bij borstvoeding appeared first on OERmoeders van Nu.

]]>
3802
Geboorte en hechting https://oermoedersvannu.nl/artikel/geboorte-en-hechting/ Tue, 18 Jul 2017 20:10:54 +0000 http://oermoedersvannu.nl/?post_type=article&p=3280 De geboorte is bepalend in een veilige hechting en afscheid nemen. Je draagt je kindje, als het goed is, 9 maanden in je buik. Het is er veilig, warm en fijn […]

The post Geboorte en hechting appeared first on OERmoeders van Nu.

]]>
De geboorte is bepalend in een veilige hechting en afscheid nemen. Je draagt je kindje, als het goed is, 9 maanden in je buik. Het is er veilig, warm en fijn geweest. De verbinding heb je hopelijk kunnen voelen.

Dan komt het eerste moment van loslaten, de geboorte. En pas langere tijd daarna, op een moment dat het voor jullie past, een volgend moment van loslaten bij bijvoorbeeld een kinderdagverblijf, peuterspeelzaal, (gast)ouder of (kleuter)school. Wanneer de geboorte fijn is geweest, jouw kindje veilig gehecht is en jullie het tempo hebben kunnen volgen van je kindje omdat je als ouders sterk stond, je niet liet beïnvloeden door de omgeving en de maatschappij, dan zijn jullie hier vermoedelijk op een fijne en gezonde manier doorheen gekomen, of aan het gaan.

Geboren worden is het eerste moment dat je als babykind zelf een prestatie gaat leveren.

Maar wat nu als er complicaties waren tijdens de zwangerschap? Als de geboorte echt traumatisch is geweest en jullie als ouders zelf misschien wel van de roze wolk gevallen zijn en het ouderschap net wat te zwaar vinden? Dan wordt veilige hechting en loslaten een heel ander verhaal…

In dit artikel worden de effecten van een traumatische geboorte op het gedrag van je kind uitgelegd vanuit de Innerscore visie. Je kunt ook lezen wat jij daar aan kunt doen. De Innerscore visie gaat er van uit dat de geboorte bepalend is voor hoe je in het leven staat.

Het geboorteproces als blauwdruk voor het leven

Geboren worden is het eerste moment dat je als baby zelf een prestatie gaat leveren. Het is je eerste nieuwe stap, de eerste overgang van bekend en veilig naar nieuw en onbekend. En daarbij laat je dan ook voor het eerst je moeder los. Wanneer daar iets mis gaat, kun je deze eerste prestatie als traumatisch ervaren. Denk bijvoorbeeld aan te vroeg geboren worden, een spoedkeizersnede, lange geboorteprocessen, klem zitten in het geboortekanaal, navelstreng om de keel, tangverlossing, te snel geboren worden. Allemaal situaties waarbij paniek, angst en ademnood ontstaan. Dit is te groot voor zo’n klein baby’tje. En omdat dit zo groot is, neemt ons lichaam, zo klein als we zijn, een beslissing. Vanuit de Innerscore wordt dit het ‘oude besluit’ genoemd.

Bijvoorbeeld: ‘Ik laat nooit meer los’ of ‘ik vecht net zolang tot ik het kan’ of ‘ik stop ermee, ik kan dit niet aan’. Een kind voelt op dat moment maar één manier hoe hij om kan gaan met wat hij voelt en wat er gebeurt.

Het effect van de geboorte kun je in allerlei kleine dagelijkse momenten zoals naar school gaan tegenkomen.

Stel je eens voor. Een kindje zit warm en veilig in de buik. Het voelt dat het er aan toe is om geboren te worden, de weeën komen opgang en het gaat vrij voorspoedig. Tot de weeën ineens stoppen of het bekken niet groot genoeg blijkt te zijn, de navelstreng om te keel blijkt te zitten. Zo’n kindje zit vast en kan er zelf niet uitkomen. Dat is heel angstig, hij raakt in paniek. In het geval van een navelstreng om de keel wordt het kindje ook nog eens na elke wee teruggetrokken. Zo’n kindje voelt ook dat het er alleen voor staat, het is heel eenzaam zo’n gevecht. Zo’n oud besluit wordt, zo vroeg al, op een heel diep en onbewust niveau opgeslagen als een blauwdruk. Dit oude besluit herken je later als volwassene als je overlevingsstrategie. Het is je beschermingsmechanisme geworden dat toen helpend was, maar later in je huidige leven merk je dat je daar tegenaan loopt. Zo ook een klein kind dat daardoor vaak de wereld als onveilig ervaart en niet zo gemakkelijk durft te gaan ontdekken.

Het effect van de geboorte kun je in allerlei kleine dagelijkse momenten zoals naar school gaan en ook de grotere momenten zoals echt afscheid nemen, tegenkomen.

Het effect van een traumatische geboorte in het hier en nu

In elke taak waar een kind met een (niet geheelde) traumatische geboorte-ervaring vervolgens voor staat, elk moment waarbij hij zijn moeder moet loslaten en afscheid nemen, elk moment dat het iets nieuws aan moet gaan, komt hij de gevoelens van zijn geboorte ervaring tegen en dus ook zijn oude besluit. Hij wordt bang, voelt paniek en een kind dat paniek ervaart klampt zich vast aan zijn moeder, aan jou. Hij heeft je al een keer moeten loslaten en dat ging toen niet goed, niet nog een keer dus.

Elk moment dat het iets nieuws aan moet gaan, komt hij gevoelens van zijn geboorte ervaring tegen.

Het effect van de geboorte kun je dus in allerlei kleine maar ook grotere momenten tegenkomen. Je zult het bijvoorbeeld kunnen ervaren in het zelfstandig worden, het mee naar buiten gaan, aankleden en spelen. En dan is het soms lastig als ouders om daar goed op te reageren. Je hebt zelf ook vast al veel geprobeerd om je kindje te helpen op de momenten van paniek, of wanneer het boos wordt omdat het iets (niet) wil. Mogelijk heeft het gewerkt. Misschien ook niet, of alleen eventjes.

Als de gewone tips dus niet werken, wat dan wel?

Wanneer je eenmaal hebt leren kijken naar het gedrag van je kind vanuit zijn of haar geboorte, dan heb je al veel gewonnen. Er ontstaat compassie en dat maakt dat je jezelf minder boos of machteloos voelt, het geeft meer rust op het moment dat er zich weer een dergelijke situatie voordoet. Je weet dan hoe écht het is, wát hij voelt. Zo besefte eens een moeder in mijn praktijk dat haar zoontje écht angstig is en dat hij daar dus een goede reden voor heeft. ‘Ik zeg nooit meer dat hij zich niet zo moet aanstellen’, zei ze enigszins beschaamd. ‘Als hij anders zou kunnen, dan zou hij dat ongetwijfeld doen’, legde ik haar uit. En dat gold ook voor haar.

Wanneer je eenmaal hebt leren kijken naar het gedrag van je kind vanuit zijn of haar geboorte, dan heb je al veel gewonnen.

En zolang dus de angst in het lijf van je kind zit, zal hij het dus niet anders kunnen doen, zal hij steeds blijven doen wat hij doet. Het is van belang voor je kind, mocht je dit herkennen, dat de situatie zich niet nog verder herhaalt. De geboorte helen en je kind geven wat hij nodig heeft, zijn daarbij de belangrijke pijlers.

3 stappen die jij kunt zetten

Als eerste is het helen van de geboorte van belang. Hier lees je precies hoe je dat kunt doen.

Wanneer afscheid nemen moeilijk is, kijk dan op welke wijze je samen met de juf, leiding of oppasmoeder je kind de tijd kan gaan geven om afscheid te nemen. Zorg ervoor dat je pas weggaat wanneer je kindje er aan toe is. Dat is lastig omdat de huidige maatschappij hier heel anders over denkt, maar het laatste wat je wilt is dat je kindje van je afgeplukt wordt omdat het tijd is om in de kring te gaan zitten. Het zou mooi zijn wanneer je hier met de school over in gesprek kan en een vorm kan vinden die voor je kindje het beste is en toepasbaar binnen school.

Ik ben bij je, je hoeft dit niet alleen te doen.

Nieuwe dingen en het afscheid nemen beter of anders voorbereiden is van belang, daarbij is deze boodschap steeds belangrijk: ’ik ben bij je, je hoeft dit niet alleen te doen’. Wanneer je kindje te klein is om het te verwoorden, mag je ervan uit gaan dat hij jou nodig heeft tot het goed voelt. Wanneer je kind dus wel in staat is om zijn gevoelens te verwoorden, kun je je kind de vraag gaan stellen: ‘Wat heb je nodig om afscheid te kunnen nemen van mij, wat kan ik voor je doen, want je hoeft het deze keer niet alleen te doen, ik ben er voor je om jou te helpen.’ Dat geeft je kind als vanzelf meer vertrouwen en zo kan hij stapsgewijs gaan leren loslaten, op zijn eigen tijd en tempo. In het veilige bijzijn van zijn moeder. Lees er hier meer over.

Op momenten van paniek, verdriet of boosheid is het fijn voor je kind wanneer de emoties eruit kunnen, dat er erkenning, tijd en ruimte is voor wat hij voelt. Tranen zijn er om gehuild te worden en boosheid opkroppen gaat in de weg zitten. Waarschijnlijk doe jij dit als oermoeder al, maar het kan zo maar zijn dat deze emoties van jouw kind ook iets pijnlijks in jou zelf raken. Wees niet te streng voor jezelf, besef waar jij vandaan komt en van waaruit jij reageert.

We hopen dat bovenstaande je kan ondersteunen om (alsnog) een veilige hechting tot stand te brengen, mocht dat nodig zijn, zodat jouw kindje met herwonnen vertrouwen de wereld in durft te gaan. Van daaruit kan loslaten makkelijker worden en de wereld ontdekken weer een feestje.

hechting en geboorte

The post Geboorte en hechting appeared first on OERmoeders van Nu.

]]>
3280
Biological nurturing https://oermoedersvannu.nl/artikel/biological-nurturing/ Mon, 17 Jul 2017 12:07:13 +0000 http://oermoedersvannu.nl/?post_type=article&p=3221 Biological Nurturing is instinctief borstvoeding geven, letterlijk vertaald: op een biologische manier voeden. De laatste decennia is het doorgeven van kennis van moeder op dochter steeds ouderwetser geworden en steeds […]

The post Biological nurturing appeared first on OERmoeders van Nu.

]]>
Biological Nurturing is instinctief borstvoeding geven, letterlijk vertaald: op een biologische manier voeden.

De laatste decennia is het doorgeven van kennis van moeder op dochter steeds ouderwetser geworden en steeds meer in onbruik geraakt. We zijn gaan leren op scholen en instellingen, in plaats van in onze eigen omgeving. En allerlei alledaagse dingen in onze moderne maatschappij worden opeens vanuit een wetenschappelijk oogpunt geanalyseerd in plaats van te vertrouwen en bouwen op eeuwenlange ervaringskennis. Met het verloren gaan van deze moeder-op-dochter-kennis is er ook een heel stuk kennis weggezakt over zwangerschap, baren en het geven van borstvoeding.

Borstvoeding geven is een kunstje dat je normaal gesproken afkijkt bij andere voedende moeders om je heen.

Een poosje geleden heeft Suzanne Colson opnieuw geschreven over instinctief borstvoeden. Naast de borstvoedingshoudingen die we onszelf aanleren vanuit beschrijvingen van anderen, is er ook een houding die vrouwen als instinctief aannemen als ze zonder nadenken hun baby (voor het eerst) borstvoeding willen gaan geven. En wat blijkt? Deze (eeuwenoude) houding is veruit het meest effectief, alle reflexen en instincten van moeder en kind blijken samen te komen waardoor deze houding op alle vlakken bijdraagt aan het soepel geven van de borstvoeding! Het is eigenlijk ook de houding waarin je je kindje voor het eerst op je buik neemt na de geboorte…

Afkijken

We krijgen het geven van borstvoeding tegenwoordig bijna niet meer mee in het dagelijks leven, in ieder geval lang niet meer zoals vroeger hier en nog steeds in vele andere culturen. Af en toe zie je wellicht ergens een vrouw die haar baby de borst geeft. Maar ze doet dit vaak zo onzichtbaar en discreet mogelijk en het wordt al als raar ervaren (in onze maatschappij) als je er per ongeluk een blik op werpt… We zien het dus niet veel meer, terwijl het een kunstje is dat je normaal gesproken afkijkt bij andere voedende moeders om je heen. En al van kleins af aan meekrijgt vanuit huis bij je broertjes en zusjes, neefjes en nichtjes en buurkindjes.

Het tot je nemen van logische stap-voor-stap instructies op papier is iets dat je vooral met je linkerhersenhelft doet, die staat voor logica en orderen. De rechterhersenhelft daarentegen, die belangrijk is bij gevoel, ‘in het moment zijn’, intuïtie en relaties, domineert juist vlak na de geboorte van je baby. Geen wonder dat het aanleggen van je baby aan de borst volgens een ingewikkelde instructie veel moeders het gevoel geeft dat borstvoeding geven moeilijk is.

Sommige gewoontes die we onszelf nu aanleren over borstvoeding lijken bovendien gebaseerd op veronderstellingen waar óf teveel óf te weinig over nagedacht is. Bijvoorbeeld dat een moeder zo rechtop mogelijk zou moeten zitten met haar baby horizontaal tegen zich aan op borsthoogte. Een rechtop zittende houding, of platte zijligging, zijn zo vlak na een bevalling nou niet meteen de fijnste houdingen om aan te nemen voor je lichaam, wanneer je bekken nog hartstikke zacht is en je billen beurs. En veel bewegingsvrijheid houd je ook niet over als je je baby zo met twee armen moet ondersteunen en begeleiden naar de borst.

Half-liggend

Naast aangeleerde houding bestaat er dus ook (logisch natuurlijk) een instinctieve houding die een verse moeder aanneemt bij het willen gaan voeden van haar baby. Deze instinctieve borstvoedingshouding is een half-liggende, onderuitgezakte houding. Dus niet kaarsrechtop of helemaal plat op je rug of zij, maar juist iets daar tussenin. Op een stapel kussens of tegen een andere (zachte) leuning aan bijvoorbeeld. Deze houding is eigenlijk ook de houding waarin je je kindje voor het eerst op je buik neemt na de geboorte. Een houding waarin je je kunt ontspannen, maar tegelijkertijd alert in de omgeving blijft en je kindje goed kunt bekijken.

Reflexen

Naast dat je als moeder deze houding als vanzelf aanneemt, zijn er nog meer aspecten die samenkomen. Zoals de reflexen van je baby. Een baby heeft een stuk of twintig aangeboren reflexen die hem vlak na de geboorte en nog weken en maanden erna, helpen om de borst te vinden. De baby kan bijvoorbeeld helemaal zelfstandig naar de borst van z’n moeder toe kruipen vlak na de geboorte en daar de tepel vinden. Je baby zal zelf op zoek gaan naar de borst en zet zich met z’n voetjes af tegen je buik om naar je borst toe te kruipen. Het afzetten met de voetjes in je buik stimuleert je baarmoeder en helpt om de placenta geboren te laten worden als een natuurlijke buikmassage. Je baby zal z’n oogjes openen en met z’n handjes grijpen naar de borst (de borst masseren wat helpt bij het opgang brengen van de borstvoeding) en z’n handje naar z’n mond brengen.

De baby heeft ook een reflex waarbij het z’n hoofdje optilt om zich te oriënteren en vervolgens een grote hap te maken op de goede plek. Hij zal z’n hoofdje oprichten en heen en weer bewegen, op zoek naar de tepel. De aanraking van z’n kin tegen de borst stimuleert hem om z’n mondje wijd te openen, waarna hij z’n tongetje omlaag en over z’n onderkaak steekt, aanhapt en begint te zuigen. De zwaartekracht helpt mee om een goede hap te stimuleren.

Het ongecontroleerd maaien van de armpjes en beentjes en het ‘hoofdbonken’ zijn dus opeens wel nuttig bij deze instinctieve borstvoedingshouding!

Jij en je baby zijn een team en intuïtief voelen jullie elkaar aan.

En ook de moeder heeft zo haar aangeboren instincten, zoals bijvoorbeeld dat (bijna) alle moeders zonder nadenken de voetzolen van de baby gaan strelen wanneer deze op haar buik ligt. Dit blijkt een actief zuigreflex bij de baby te triggeren.

Bij half-liggend voeden kan de baby bovendien niet aan de tepel gaan hangen en neemt de moeder zelf een minder verkrampte, meer ontspannen houding aan.

Zelf aanleggen

Je baby verleert het zelf aanleggen niet meteen na de geboorte, de reflexen blijven nog zeker een aantal weken aanwezig. Dus als het meteen na de geboorte niet lukt om je baby ongestoord bij je te laten drinken, dan kun je daar in de eerste periode na de geboorte ook nog gebruik van maken. Het is zelfs zo dat je jezelf en baby kunt ‘resetten’ als de borstvoeding in de eerste instantie niet goed lukt of pijnlijk is. Dit doe je door de baby opnieuw net zoals vlak na de geboorte zelf omhoog te laten kruipen en zichzelf aan te laten leggen in deze half-liggende houding.

Hoe doe je het?

  • Ga lekker ontspannen achterover leunen op je bed of de bank.
  • Maak de ruimte lekker warm en trek zelf weinig kleding aan. Beide borsten bloot is handig, maar het hoeft niet eens per se. Het kan helpen om je niet vlak van te voren te wassen, of enkel met water af te spoelen. Jouw geuren helpen de baby om de borst goed te kunnen vinden.
  • Voor je baby is het ook fijn om zo min mogelijk aan te hebben. Naakt of alleen een luier bijvoorbeeld. Hoe minder er ‘in de weg zit’ hoe meer bewegingsvrijheid!
  • Leg je baby op je bovenlichaam, met z’n buik op jouw buik. Dit huid-op-huid contact stimuleert de reflexen en de aanmaak van belangrijke stoffen zoals oxytocine bij zowel jou als je baby.
  • Omdat jij achterover leunt, heeft je baby zelf meer bewegingsvrijheid en kan zo gaan liggen als voor hem het prettigst is. De zwaartekracht zorgt ervoor dat hij op z’n plek blijft zonder dat jij hem hoeft te ondersteunen.
  • Zorg dat de wang van de baby in de buurt van je (ontblote) borsten is.
  • Help hem zoveel als je wilt bij wat hij probeert te doen. Jullie zijn een team en intuïtief voel je je baby aan.
  • Je mag je borst ondersteunen als je dat prettig vindt, het hoeft niet. Luister naar je gevoel en neem alle tijd. Het kan best even duren voordat je baby de borst vindt en zichzelf aanlegt, laat het maar gebeuren zoals het gaat.
  • Ontspan en geniet van elkaar.

Oefening baart kunst

Hoe vaker je baby bij je drinkt, hoe meer jullie wennen en hoe makkelijker en vloeiender het wordt. Neem de eerste week en weken ruim de tijd om samen aan jullie borstvoedingsavontuur te beginnen. Zorg voor een ontspannen omgeving waar jij en je baby je alleen of voornamelijk hoeven te richten op elkaar en de borstvoeding. Het kan best dat het aanleggen de eerste weken nog wat langer duurt en de voedingen meer tijd in beslag nemen, maar je zult echt al snel gaan merken dat er ontwikkeling in zit. Het aanleggen, aanhappen en drinken zal steeds makkelijker en efficiënter gaan. Hoe meer tijd en ontspanning je aan het begin hebt/neemt, hoe eerder zich dit weer ‘terugbetaalt’. (En die ontspanning is ook fijn voor jouw herstellende lichaam!) Zo kunnen jullie samen nog heel lang veel plezier hebben van alle gemakken en voordelen die borstvoeding biedt!

The post Biological nurturing appeared first on OERmoeders van Nu.

]]>
3221
Hechting en (kinder)opvang https://oermoedersvannu.nl/artikel/hechting-en-kinderopvang/ Tue, 16 May 2017 08:45:46 +0000 http://oermoedersvannu.nl/?post_type=article&p=2921 Een goede hechting aan een beperkt aantal belangrijke personen, is een van de belangrijkste behoeften van elk kind. Veel ouders werken (min of meer bewust) aan een veilige hechting / […]

The post Hechting en (kinder)opvang appeared first on OERmoeders van Nu.

]]>
Een goede hechting aan een beperkt aantal belangrijke personen, is een van de belangrijkste behoeften van elk kind. Veel ouders werken (min of meer bewust) aan een veilige hechting / gehechtheid. Heerlijk huid-op-huidcontact met je kindje, veel nabijheid en dragen, aandacht wanneer hij of zij er om vraagt en voldoen aan zijn behoeftes. Dat zorgt in de toekomst voor een veilig gehecht en zelfstandig persoon.

Een goede hechting aan een beperkt aantal belangrijke personen, is een van de belangrijkste behoeften van elk kind.

Mogelijkheden

Maar wat als het dan, na 3 of 4 maanden lekker cocoonen, weer tijd is om te gaan werken? Wat doe je dan? Naar de opvang, toch thuisblijven of…? Welke opties zijn er nog meer?

  • Thuisblijven. Huh, maar je zegt toch net, het is weer tijd om te gaan werken? Voor sommige ouders is thuisblijfmoeder of –vader een perfecte oplossing. Geen gedoe met oppas, je bent er altijd om te troosten en andersom ben je er ook altijd om alle leuke dingen zelf mee te maken. Misschien is het financieel haalbaar om je (tijdelijk) volledig te focussen op de opvoeding?! Misschien kun je een alternatief plan bedenken, zoals vanuit huis gaan werken of tijden flexibel indelen zodat je kinderen altijd een vertrouwd persoon thuis hebben.
  • Je kindje meenemen. Misschien niet de meest voor de hand liggende oplossing in onze maatschappij (jammer eigenlijk!) maar wie weet wél iets voor jou! Zet deze trend! Er zijn steeds weer meer moeders die dit (weer) doen, zoals in vele andere culturen dit de normaalste zaak is.
  • Zorgen voor een fijne oppas/gastouder. Degene die jij kiest om op je kind te passen wordt een belangrijke hechtingspersoon in zijn of haar leven! Kies daarom alleen een oppas die continuïteit kan bieden zodat een echte band kan ontstaan. Zorg dat de oppas bekend is met jullie manier van Natuurlijk ouderschap en die het belang van de verschillende onderdelen van Natuurlijk ouderschap begrijpt.
    Waar mogelijk is soms een familielid of vriend ideaal. Ga je voor professionele opvang, dan ontstaan de minste problemen in een zo kleinschalig mogelijke opvang, met veel aandacht en ruimte en tijd om daar rustig een hechtingsband te laten ontstaan tussen kind en verzorger. Veel verschillende verzorgers, het ‘verlies’ van een vertrekkende verzorger en te weinig tijd of teveel kindjes om responsief te reageren kunnen zorgen voor een onveilige hechting.

Weer thuis

Als je weer thuis komt is het belangrijk om je te realiseren dat je kindje behoefte heeft aan extra bevestiging van jullie hechtingsband. Veel (oer)ouders vinden dragen, extra quality time, borstvoeding, baby massage en samen slapen daarom fijne manieren om weer te ‘aarden’ en te binden na een dag bij de oppas of opvang.

De afstand die je creëert is niet wat het kind nodig heeft, maar juist die nabijheid.

Sommige ouders worden juist door de opvang of hun omgeving aangemoedigd meer afstand te nemen (overdag en ’s nachts), zodat het afscheid en de opvang makkelijker wordt. Dit kan het op korte termijn mogelijk makkelijker maken, maar het kan op langere termijn negatieve effecten hebben. Die afstand die je creëert is niet wat het kind nodig heeft, maar juist die nabijheid. Van buiten lijkt het makkelijker te gaan om afscheid te nemen, maar van binnen zal je kind verwarrende gevoelens ervaren en zich in de steek gelaten en alleen voelen en overgaan op een ander overlevingsmechanisme. Het komt terecht in een situatie waarin het zich min of meer ‘dood’ houdt om te overleven, om zich zo stil mogelijk te houden en energie te sparen om het in z’n eentje te kunnen redden. Op lange(re) termijn zal het kind zich onzeker voelen, meer in zichzelf gekeerd zijn (ook als het naar de buitenwereld zich extravert gedraagt als masker), problemen ontwikkelen op sociaal vlak en op het gebied van zelfvertrouwen en zelfredzaamheid. Lees hier waarom samen slapen en nabijheid stimulerend kan zijn voor de hechting en de optimale ontwikkeling van je baby/kind.

Ook sensitiviteit en de mate waarop ouders hun baby kunnen ‘lezen’ speelt een belangrijke rol bij het hechtingsproces, toont recent onderzoek aan. “Ouders die vaak en goed mentaliseren, zijn beter in staat zijn om gepast te reageren op het gedrag van hun baby, wat een grotere kans op veilige gehechtheid voorspelt.” Ook een belangrijke factor dus om mee te laten spelen bij het uitkiezen van de andere belangrijke personen die veel met jouw kinderen zullen zijn.

The post Hechting en (kinder)opvang appeared first on OERmoeders van Nu.

]]>
2921
Vanaf wanneer mag je dragen? https://oermoedersvannu.nl/artikel/vanaf-wanneer-mag-je-dragen/ Wed, 19 Oct 2016 10:56:00 +0000 http://oermoedersvannu.nl/?post_type=article&p=1829 Er van uitgaande dat er geen complicaties zijn, mag een kindje direct vanaf de geboorte in de draagdoek. Of dit bij jou lukt is een tweede en hangt van jouw […]

The post Vanaf wanneer mag je dragen? appeared first on OERmoeders van Nu.

]]>
Er van uitgaande dat er geen complicaties zijn, mag een kindje direct vanaf de geboorte in de draagdoek. Of dit bij jou lukt is een tweede en hangt van jouw herstel af. Let er op dat je je lichaam na een bevalling genoeg rust geeft en ruimte om te herstellen. Blijf de eerste periode echt zoveel mogelijk in bed, lekker huid-op-huid met je baby bij je en ga dragen zodra je zelf ook meer uit bed komt.

Herstel

Het dragen van je kindje dicht tegen je aan helpt, na de eerste periode van zoveel mogelijk liggen, mee met jouw herstel. Bij een goede natuurlijke draaghouding span je de juiste buik- en bekkenbodemspieren aan die bijdragen aan het terugvormen en weer versterken van je lichaam. Ook zal je lichaam bij de juiste draaghouding zelf een mooie anatomisch correcte houding aannemen. Daarnaast helpt dragen en wandelen om je conditie weer rustig op te bouwen en alle processen in je lichaam te bevorderen (van bloedsomloop tot spijsvertering, etc). Bouw het dragen vooral rustig op, zoals voor jou prettig voelt en forceer niets bij pijn! Raadpleeg een draagconsulente om je te helpen de beste draaghouding te vinden voor jou en je baby.

Wanneer je kunt gaan dragen is dus voor iedere moeder verschillend.

Verlaagde spiertonus

Sommige kindjes hebben een verlaagde spiertonus. Het gaat dan om bijvoorbeeld te vroeg geboren kindjes of kindjes met het syndroom van down. Deze kindjes kunnen veel baat hebben bij een goed geknoopte geweven doek. Voor kindjes met een verlaagde spiertonus is een heupknoop met een geweven doek heel geschikt. Door de lichte rotatie die het bovenlichaam maakt op de heup van de moeder, kunnen deze kindjes ook als ze diep in slaap vallen niet in elkaar zakken, wat de kans op zuurstoftekort aanzienlijk vermindert. De heup is ook het smalste deel van de moeder, waardoor de kans op overspreiding van de benen bij de hele kleintjes wordt voorkomen. De doek moet echter wel goed geknoopt zijn. Het is dan ook raadzaam om een draagconsulente te raadplegen.

Doek of zak

Het ene kindje is groter dan het andere. Maar ieder kindje kan in principe direct gedragen worden. Een draagdoek past altijd, draagzakken daarentegen niet. Dat geldt vooral voor draagzakken met een zogenoemde insert. Een insert is een inzetstuk om een niet-passende drager toch te kunnen gebruiken. Het is een compromis, maar zeker niet ideaal. In een insert zitten de kindjes op een soort kussentje en is er (meestal) geen echte knie-tot-knie ondersteuning. Daarnaast heeft de insert een gevuld rugpand dat in de draagzak gezet wordt waardoor je dus een dubbele, vrij stevige en stugge laag krijgt die over het ruggetje gaat. Daardoor kan het ruggetje niet makkelijk de gewenste natuurlijke bolling aannemen. Een aantal voorbeelden van draagzakken die vanaf geboorte gebruikt kunnen worden zonder insert zijn de Storchenwiege carrier, Fidella Fusion baby en de Kokadi Flip baby.

Dragen na een keizersnede

Mag dit? En vanaf wanneer dan?

Theoretisch gezien mag je na een keizersnede direct dragen, je mag immers het gewicht van je baby’tje dragen, tenzij je arts iets anders heeft gezegd. De praktijk wijst uit dat je dan wel vaak nog erg wankel bent door de medicijnen en de ruggenprik die je gehad hebt. Je wilt niet vallen met het kindje op je buik. Pas zodra je zelf goed kunt lopen, zou je dan kunnen gaan dragen.

Geef je lichaam de tijd om te herstellen.

Een keizersnede is een heftige ingreep voor zowel moeder als kind en rust is heel belangrijk voor een goed en spoedig herstel. Geef je lichaam dus ook hier alsjeblieft de tijd om te herstellen en laat het dragen die eerste dagen liever aan iemand anders over, als dat beter voelt. Je kunt zelf zo veel mogelijk buidelen met je kindje. Lekker huid-op-huid, al dan niet in een draagdoek of buideltop, rustig in bed of op de bank.

Rust

Wanneer je kunt gaan dragen is dus voor iedere moeder verschillend. De een voelt zich na een paar weken pas in staat om een doek om te knopen, terwijl de ander dit vrijwel direct kan doen.

Luister naar je lijf.

Het herstel is per vrouw verschillend, je kunt je voorstellen dat zodra jij je goed voelt, je kunt gaan dragen. Luister naar je lijf. Doet het dragen erg veel pijn, stop dan. Probeer het later nogmaals en bouw het heel rustig op. Voel je ook niet schuldig als het niet meteen lukt. Het komt vanzelf. Leg je kindje dan lekker bij je op je buik, dat is hetzelfde contact. En neem alle rust om je lichaam te laten bijkomen.

Papa

Als je als mama nog niet in staat bent om je kindje te dragen, dan kan dat natuurlijk ook bij de papa! Voor een verse vader kan het erg fijn zijn om zijn vrouw op deze manier te ontlasten én om een band met z’n baby op te bouwen. Ook andere directe familieleden of vrienden die de baby veel zal zien kunnen deze rol natuurlijk opzich nemen.

The post Vanaf wanneer mag je dragen? appeared first on OERmoeders van Nu.

]]>
1829
Dragen bij heupdysplasie  https://oermoedersvannu.nl/artikel/dragen-bij-heupdysplasie/ Wed, 19 Oct 2016 10:36:04 +0000 http://oermoedersvannu.nl/?post_type=article&p=1824 Je baby in een niet-ergonomisch houding dragen is slecht voor de heupjes wordt vaak geroepen. Dat klopt ook wel, het draagt in ieder geval niet bij aan de natuurlijke en […]

The post Dragen bij heupdysplasie  appeared first on OERmoeders van Nu.

]]>
Je baby in een niet-ergonomisch houding dragen is slecht voor de heupjes wordt vaak geroepen. Dat klopt ook wel, het draagt in ieder geval niet bij aan de natuurlijke en juiste ontwikkeling van de heupjes. Maar het ligt wel iets genuanceerder. Van een keertje (en ook wat vaker) dragen met een niet-ergonomische drager krijgt je kindje echt niet meteen heupdysplasie of andere afwijkingen. Echter voor kinderen met een verhoogde kans op heupdysplasie kan het wel degelijk kwaad om niet-ergonomisch te dragen.

Als het vermoeden bestaat wordt het belang van ergonomisch dragen groter.

Kinderen die lang in stuit hebben gelegen of in stuit geboren zijn hebben per definitie een verhoogde kans op heupdysplasie en worden na de geboorte daarop gecontroleerd door de kinderarts. Ook zonder in stuit te hebben gelegen kunnen kinderen heupdysplasie ontwikkelen, hierin speelt erfelijkheid een factor. De screening hiervan vindt plaats bij het consultatiebureau. Als het vermoeden bestaat wordt het belang van ergonomisch dragen alleen maar groter.

Spreidbroek

Als kinderen behandeld worden voor heupdysplasie dan is afstemming met je arts erg belangrijk. De spreidhurkhouding die in een ergonomische drager of draagdoek verkregen wordt is in ieder geval gunstig en werkt therapeutisch. Als er sprake is van een spreidbroek kan nog steeds gedragen worden met een draagdoek en met de arts moet besproken worden of dat in de draagdoek of ergonomische drager met of zonder spreidbroek mag/moet. Een goede houding is wel heel belangrijk! Raadpleeg daarom een draagconsulent om te weten waarop je moet letten en hoe je zeker weet dat je in de juiste houding draagt, als je hierover twijfelt. Lees in dit artikel hoe je ergonomisch draagt.

Een goede houding is heel belangrijk!

De spreidbroek zorgt er voor dat de beentjes gespreid worden en in spreidstand blijven staan. Door de spreidstand wordt de heupkop in het midden van de heupkom geplaatst en kan de heupkom zich verder ontwikkelen. Net als bij de natuurlijke ergonomische houding die we het liefst in de draagdoek of drager zien.

The post Dragen bij heupdysplasie  appeared first on OERmoeders van Nu.

]]>
1824
Waarom een draagconsulent? https://oermoedersvannu.nl/artikel/waarom-een-draagconsulent/ Mon, 17 Oct 2016 09:56:05 +0000 http://oermoedersvannu.nl/?post_type=article&p=1784 Waarom zou je een draagconsult willen doen of een draagconsulent inschakelen? Als je de meerwaarde van het dragen van je kleintje in ziet en dit ook graag goed en op […]

The post Waarom een draagconsulent? appeared first on OERmoeders van Nu.

]]>
Waarom zou je een draagconsult willen doen of een draagconsulent inschakelen? Als je de meerwaarde van het dragen van je kleintje in ziet en dit ook graag goed en op de meest handige en prettige manier zou willen doen, dan is het fijn om een draagconsult te doen. De meeste consulenten bieden verschillende vormen van draagconsulten aan:

  • Informatief consult: Tijdens een informatief consult vertelt een consulent over alle belangrijke aspecten van ergonomisch dragen. Waar je op moet letten, met welke systemen je kunt dragen en hoe je deze goed moet gebruiken. Als je weet dat je wilt dragen, maar niet goed weet hoe, kunnen jullie samen tot de voor jullie meest ideale oplossing komen. De verschillende draagsystemen kunnen worden gedemonstreerd en je kunt het een en ander proberen. Ook bij (medische) bijzonderheden is een goed geschoolde consulent in staat je te helpen bij het vinden van het meest geschikte systeem in jouw situatie.
  • Knoopconsult: Een consulent kan je leren hoe je je rekbare of geweven draagdoek goed moet gebruiken. Ze kan je een knoop van begin tot eind goed aanleren, leert je tips en tricks en speelt in op jouw specifieke wensen en behoeften tijdens het knopen.
  • Pasconsult: Je wilt graag dragen met een ergonomische drager, maar je weet niet goed welke. De meeste consulenten hebben een aardige ‘stash’ met verschillende dragers die tijdens een pasconsult uitgeprobeerd kunnen worden. Zoveel mensen, zoveel wensen. Het is heel persoonlijk welke drager het beste bij jou en je kindje past. Er zijn zo veel verschillende soorten dragers met allemaal hun specifieke eigenschappen. Daarom is het verstandig om voor aanschaf eerst een drager uit te proberen.

Ervaring en kennis

Waarom zou je voor een draagconsulent kiezen en laat je je niet gewoon helpen door een bekende moeder die toevallig wat draagervaring heeft? Daar zijn een aantal goede redenen voor te bedenken. Een draagconsulent heeft een gedegen opleiding gevolgd en is meerdere dagen intensief bezig met de achtergrond van dragen, de fysiologie van de mens, theorie over hechting en geborgenheid, het trainen van het didactisch vermogen en natuurlijk ook met het aanleren van de verschillende basisknopen.

Tijdens de vervolgopleiding wordt dieper ingegaan op ‘special needs’ van zowel ouders als kinderen. Denk hierbij aan heupdysplasie, klompvoetjes, prematuur geboren kindjes, ernstige reflux, maar ook aan het dragen met bekkeninstabiliteit, reuma of een andere aandoening. Heb je met een speciale situatie te maken? Vraag dan naar het opleidingsniveau van de draagconsulent.

Tijdens een professioneel draagconsult oefen je met speciale draagpoppen. Deze poppen hebben de gewichtsverdeling van een echt kindje en daardoor kan je veilig oefenen zonder je kindje in gevaar te brengen. Veiligheid staat ten alle tijde voorop. Je oefent een knoop of past een drager met de pop en wanneer jijzelf en de consulent voldoende vertrouwen hebben in je kunnen, kan je de knoop uitvoeren met je eigen kindje. Vertrouw de consulent op haar oordeel.

Het is sowieso niet onverstandig om naar de opleiding van de consulent te vragen, aangezien de titel ‘draagconsulent’ niet beschermd is. Helaas kan iedereen die daar de meerwaarde van inziet zich draagconsulent noemen. Er zijn verschillende opleidingsinstituten voor draagconsulenten. De drie geaccrediteerde opleiders in Nederland zijn Die Trageschule, Instituut voor Hechting en Massageacademie. Via de websites van de opleidingen kun je ook draagconsulenten bij jou in de buurt vinden die je opleiding hebben gedaan.

The post Waarom een draagconsulent? appeared first on OERmoeders van Nu.

]]>
1784
Eigen bed? Eigen kamer? https://oermoedersvannu.nl/artikel/eigen-bed-eigen-kamer/ Thu, 13 Oct 2016 13:56:24 +0000 http://oermoedersvannu.nl/?post_type=article&p=286 Komt er een moment waarop je kind en jij liever op een eigen kamer willen slapen? Of heb je een kind dat niet goed slaapt en wil je iets anders […]

The post Eigen bed? Eigen kamer? appeared first on OERmoeders van Nu.

]]>
Komt er een moment waarop je kind en jij liever op een eigen kamer willen slapen? Of heb je een kind dat niet goed slaapt en wil je iets anders proberen? Welke mogelijkheden zijn er allemaal?

De meeste kinderen en ouders vinden het erg fijn om samen op een kamer of in een bed te slapen en zien daar ook de vele voordelen van in. Maar er kan best een moment komen dat één van jullie of beiden het tijd vinden voor een eigen bed en een eigen plekje. Veel kinderen, afhankelijk van hun situatie, zullen rond een jaar of 2 à 3 misschien al wel toe zijn aan hun eigen bedje. Maar het kan ook gebeuren dat ze er nog helemaal niet aan toe zijn.

Overleg

Wat de situatie ook is, als je iets wilt veranderen aan de slaapsituatie, dan leert de praktijkervaring dat dit over het algemeen het beste gaat als je het in overleg doet met je kind, hoe klein ook. Denk niet meteen dat je kind er niets van begrijpt, vaak heeft het al veel meer door dan je verwacht! In overleg is het dan niet gedwongen op een eigen kamer slapen, maar een beslissing van jullie beide. En zo is het ook voor beide makkelijker om daarin mee te gaan. Leg je kind ook uit waarom jij de situatie wilt veranderen en wat je voor ogen hebt. Bekijk ook samen wat eventueel de beste oplossing is. Als je kind nog niet meteen wil, dan zijn er 1001 tussenoplossingen naar de uiteindelijke verandering toe. Is het bijvoorbeeld een idee om eerst de helft van de week wel samen te slapen en de andere helft van de week in een eigen bed? Of is het fijn(er) om eerst een eigen bed in dezelfde kamer te zetten en die pas later naar een andere kamer te verhuizen?

Langzaam wennen

Als je kind gewend is aan samen slapen, zijn er verschillende manieren om (langzaam) te wennen aan een eigen plek. Je kunt bijvoorbeeld eerst van bedding-in (in hetzelfde bed als je ouders) naar rooming-in (een eigen bed op de kamer van je ouders) gaan en daarna pas echt naar een eigen kamer. De stap naar een ‘eigen plek’ is zo wat kleiner. Ook kun je de overgang soepeler laten verlopen door broertjes en zusjes samen op een kamer te laten slapen. Zo ben je wel ‘zelfstandig’, maar toch niet alleen. Met meerdere bedden in één kamer of zelfs samen in een groot bed.

Ook voor slecht slapende kinderen die ontwend zijn om samen te slapen, kan het het proberen waard zijn om ze met broertjes of zusjes bij elkaar in een kamer neer te leggen. De eerste nachten samen met je broertjes of zusjes kunnen wellicht op wat gekeet uitdraaien (in de praktijk blijkt trouwens vaak dat dit eigenlijk best meevalt;), maar daarna is er een goede kans dat minder goed slapende kinderen beter kunnen slapen.

Slapen en spelen apart

Als de ruimte in huis het toelaat, kan het zelfs een leuk idee zijn om één ruimte als slaapkamer in te richten voor de kinderen samen en een andere ruimte als speelkamer voor met vriendjes en vriendinnetjes. Je houdt de slaapkamer zo rustig en er is ook voldoende plek voor iedereen om zich terug te trekken als daar behoefte aan is.

Inhaalslag

Als je nooit samen hebt geslapen met je kind(eren), omdat je misschien niet wist dat dit ‘kon’, dan is het nooit te laat om te beginnen! Het is een natuurlijke behoefte van een baby/kind om samen te slapen en meer dan 90% van de wereldbevolking slaapt samen met zijn kinderen! In onze Westerse samenleving zijn we dit verleerd vanwege status. Twijfel je nog? Lees dan hier over de voordelen.

Je kunt dus altijd nog weer met je kinderen gaan slapen op latere leeftijd als daar behoefte aan is, ze kunnen dan een stukje eventueel gemiste behoeften inhalen! Jean Liedloff (antropoloog en schrijfster van het boek Op zoek naar het verloren geluk) werkte veel met ouders en kinderen en begon bijna elk traject met hetzelfde advies:

Ga eerst samen slapen. Slaap met elkaar in één bed, totdat je kind aangeeft dat het genoeg is. Het samen slapen is één van de meest vertrouwenwekkende activiteiten die mensen samen kunnen doen. Het heelt wonden en herstelt vertrouwen.

Vergeet niet de veiligheidsvoorschriften voor samen slapen even te lezen 🙂 of bekijk dit filmpje van professor James McKenna (co-sleeping-specialist).

The post Eigen bed? Eigen kamer? appeared first on OERmoeders van Nu.

]]>
286
Veilig Rooming-in https://oermoedersvannu.nl/artikel/veilig-rooming-in/ Thu, 13 Oct 2016 10:58:59 +0000 http://oermoedersvannu.nl/?post_type=article&p=359 Bij rooming-in slaapt je kind wel in dezelfde kamer, maar in een los eigen bedje. In zijn boek Slapen met je baby schrijft dr. McKenna dat als je tijdens je […]

The post Veilig Rooming-in appeared first on OERmoeders van Nu.

]]>
Bij rooming-in slaapt je kind wel in dezelfde kamer, maar in een los eigen bedje. In zijn boek Slapen met je baby schrijft dr. McKenna dat als je tijdens je zwangerschap hebt gerookt en als je baby niet uitsluitend borstvoeding krijgt, dat rooming-in dan de meest veilige manier van samen slapen is. Geef je wel borstvoeding en heb je niet gerookt, dan kun je denken aan bedding-in of co-sleepen.

Als je baby in jouw kamer slaapt, maar in zijn eigen bedje, gelden de ‘normale’ aanbevelingen voor het uitzoeken van een veilig bedje, het opmaken van het bedje en voor het klimaat en de temperatuur in de kamer. Lees hier meer over de ‘slaap-uitzet’.

The post Veilig Rooming-in appeared first on OERmoeders van Nu.

]]>
359